Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zwichten

betekenis & definitie

Zich zwichten voor, oppassen, zich wachten voor-.

Ze zijn allemaal even onbetrouwbaar, ik heb het genoeg ondervonden toen ik jonger was. Zwicht je vooral voor die rosharige met sproeten, je kunt geen kwader volk ontmoeten, die aan de zijkant van de tafel zit, DEMEDTS 1976, 89.

< >