Ben. voor een platte zeevis (Platessa vulgaris): schol.
Bij Boeren-Trien aan de Brouwersvliet was buitendien altijd koffie of bouillon, pekelharing, kaas en gebakken pladijs te krijgen om terug op «zen posetieven» te geraken, VAN LOOY 1945, 105.
Kleine platvissen: wijting, kleine pladijs, tong, knorhaan, pieterman, Koken ± 1968, 149.
In sommige cafés konden fijnproevers bij hun pint bier, gebakken vis, de pietermannekens, pladijsjes, rog in ’t zuur en paling in het groen proeven, Gazet v. Antw. 22/7/1977.
Ook o.a.: Shopping (ed. Gent) 19/8/1976.