In het onderw., in toep. op een school of klas voor niet-schoolplichtige kinderen: peuterspeelzaal, peuter(dag)verblijf, peuterschool.
De school is een wereld vol nieuwe mensen, vreemde kinderen, onbekende ervaringen die een kleuter onzeker maken, ook als hij naar de peutertuin of kinderkribbe ging, Vrouw en Wereld april 1974, p. 14.
KAV heeft er steeds voor gepleit dat de ouders vrij moeten kunnen beslissen op welke wijze zij hun kinderen wensen te plaatsen; zowel kribbe als peutertuinen en onthaalmoeders dienen te bestaan en dus ook gereglementeerd, gesubsidieerd en gekontroleerd te worden, Vrouw en Wereld jan. 1976.
In gestrekte draf en achternagezet door enkele Gentse politiemannen holde het dier naar het Hendrik Conscienceplein te Gentbrugge, recht een klaslokaal van de peutertuin binnen, waar toevallig met gekleurd krijt een koe op het zwarte bord getekend stond, Gazet v. Antw. 8/8/1977.
Ook o.a.: Gents Adv. 12/8/1976. Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 2. Maand febr. 1977, p. 30.