Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

mistevredenheid

betekenis & definitie

Ontevredenheid, misnoegen, ontstemming.

Intussen neusden we eventjes rond en hoorden dat nog steeds geen vooruitgang was inzake het plaatsen van een lift. Deze keer stuurden we een brief aan de heer Voorzitter van de C.O.O. over de mistevredenheid bij onze leden, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 36.

Wij bouwen mooie huizen en richten ze gezellig en komfortabel in. Wij hebben, ondanks onze mistevredenheid ter zake, een hulp onder vorm van kinderbijslag, ziekteverzekering, hospitalizatiemogelijkheden, enz. die haast uniek zijn te noemen, Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 15.

Zij tevreden dat je onder mij staat! Heb je al slagen geproefd? Je zou het nochtans verdienen ... . - Begin er niet mee, of ik bijt je het strot af! Wij waren dus geleverd met pluimen en haar, zoals Stonie dat aanklaagde, maar er was iets in zijn mistevredenheid dat niet overtuigend klonk, DEMEDTS 1976, 98.

Ook o.a.: STREUVELS 1964, 278.

< >