Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

misprijzen

betekenis & definitie

I. Als ww.

(Iem., iets) verachten, minachten, versmaden.

Waarom meent ge dat ge me Paul moet doen kennen? Er zijn dingen die nooit gezegd werden, er zijn er die nooit werden gedacht, maar ik weet ze. Wij, vrouwen, bereiken wel eens eene kracht van intuïtie die elke formuleering misprijst, TEIRLINCK-V.D.W. 1928, 24.

Die slons misprijst negen reuzenbiljetten, maar loopt de markt af door dik en dun, om uien en sla, ELSSCHOT 1960, 384.

Opm.: In de standaardt. uitsl. in de bet.: (iem., iets) laken, afkeuren, berispen.

II. Als znw.

Verachting, minachting; ook: iets verachtelijks; het misprijzen stond op zijn gezicht te lezen.

< >