Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

milderen

betekenis & definitie

(Iets) matigen, temperen, verzachten; ook: verminderen.

Om dien eersten indruk tracht hij het oordeel van Nardus, den metser, te milderen. Hij blijft bij zijn goed geloof in het hoogere gezag, BLOMMAERT 1945, 99.

Een lek duister bloed vloeit aan de hoek van zijn mond, Annelies met woeste snokken scheurt haar hemd verder door, zij slaakt een helse vloek, en geen schaamte mildert voortaan haar dierlijke naaktheid, tEIRLINCK 1952, 2, 225.

Een scherpe tucht van die kant zal genoeg gemilderd worden door de al te losse toegevendheid, die een opvallend gebrek is bij juffrouw Alette, TEIRLINCK 1951, 2, 138.

Het gewaarborgd minimumloon kan de afstand tussen mannen- en vrouwenionen milderen. Het is geen oplossing voor het principe gelijk werk, gelijk loon, Vrouw en Wereld mei 1975, p. 29.

< >