Dienstplichtig soldaat; dienstplichtige; soms ook: militair (in ’t alg.); soldaat.
Aangezien de oorlog lang voorbij was voelde hij zich zo veilig als een oester in haar schelp. Bureau-met-telefoon, dossiers top-secret, orders uit te delen aan miliciens, het spelletje van de graden en van de ijzeren tucht, WILLEMS 1970, 15.
Indien de kandidaat-milicien reeds kontakt gehad heeft met het rekruterings- en selektiecentrum, Klein Kasteeltje te Brussel, moet men zich voor alle verdere inlichtingen richten tot dit centrum, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 20.
Met ambulance op de boemel. Twee Belgische miliciens weldra voor de krijgsraad, Limburg 28/8/1976.
Milicien B.G. ... is overleden. G. werd ... zeer zwaar gewond toen ... een legerveldkeuken ontplofte. Met uiterst zware brandwonden werd de milicien opgenomen in een gespecializeerd ziekenhuis ... waar hij overleed, Gentenaar 19/4/1977.
Een vereniging die zich bezig houdt met de jonge mensen in het leger en de toekomstige milicien poogt voor te lichten is Milac, Gazet v. Antw. 5/7/1977.
De dienst bij de civiele bescherming duurt de helft langer dan de legerdienst van een milicien in België, Vrouw en Wereld okt. 1977, p. 39.
Bovendien worden er elke maand 500 tot 600 miliciens tot chauffeur opgeleid, Touring 22/2/1978, p. 11.
Dienstplichtigen of miliciens die in beroeps- of familieverband iets met de landbouw te maken hebben mogen wegens de uiterst slechte weersomstandigheden bij hun eenheidscommandant een aanvraag indienen om uitzonderlijk verlof te krijgen, Laatste Nieuws 11/7/1980.
Opm.: In de standaardt. zo goed als ongebruikelijk (freq. 0), hoewel nog vermeld in versch. handwdb.; in Vl.-België echter tot voor kort een officiële term.
Kopp.: soldaat-milicien, dienstplichtig soldaat, dienstplichtige (Als gewetensbezwaarde ontvangt men dezelfde soldij als een soldaatmilicien, Vrouw en Wereld okt. 1977, p. 39).
