Werkwoorden vervoegen
milderen
Tegenwoordige tijd milderen
Ik milder
Jij mildert
milder jij?
U mildert
Hij/Zij/Het mildert
Wij milderen
Jullie milderen
Zij milderen
Verleden tijd van milderen
Ik milderde
Jij/U milderde
Hij/Zij/Het milderde
Wij milderden
Jullie milderden
Zij milderden
Voltooid deelwoord van milderen
gemilderd
Tegenwoordig deelwoord van milderen
milderend