1. Het wegnemen van het vuil, het reinigen, het schoonmaken, inz. van kamers, gebouwen enz.; - in ’t bijz. in de verb. de grote kuis, in toep. op de jaarlijkse grondige schoonmaak van het hele huis.
Hij ... sleurt de zware emmers in de keuken ...
„Hebt ge me nog noodig bij den kuisch?” heeft hij gevraagd en ze heeft hem met een flauw hoofdschudden weggezonden, WACHTERS 1946, 74.
Buiten legde moeder Greta de laatste hand aan de wekelijkse kuis; ze deed die Vrijdags, BIJDEKERKE 1948, 191.
In zijn onderhoud en tafel voorziet wel een oude dienstmeid ... en een paar stalknechten helpen mede aan de kuis en de was, TEIRLINCK 1952, 1, 93.
Onder het lopen ... was zij reeds bezig met de schikkingen voor de grote kuis, STREUVELS 1962, 20.
Het jaar van de vrouw lag even stil met Pasen om de vrouw toe te laten de grote kuis te doen, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 16.
Ik kan aannemen dat de vrouwen zich ontsieren met een afschuwelijke blue-jeans om bv. de grote kuis te doen of het dak van hun huis te herstellen, Standaard 19/8/1976.
De witte kunsttempel aan de Leopold De Waelplaats zou kunnen schitteren indien er zon was ... De grote kuis is achter de rug. Er was 230 miljoen nodig om het stof der jaren te verwijderen, Gazet v. Antw. 23/6/1977.
Ook o.a.: LIA TIMMERMANS 1962, 66. DE RIDDER 1966, 7. Gent 12/8/1976, p. 21. Kerk en Leven (ed. Boom) 13/4/1978.
2. Oneig., in toep. op het uit de weg ruimen, het zich ontdoen van ongewenste pers.: opruiming, soms bep.: zuivering; in de sportt. ook in toep. op het elimineren van het aantal mededingers.
- Zie verder de aanh.
Na het groot labeur begint hij met een kuis. De oude Verberen moet weg, omdat hij te oud is om zich nog te kunnen aanpassen aan het modern materiaal. Nu is het ogenblik gekomen om Verberen te laten roepen, DE COREL 1949, 268.
Het hele college werd gepoetst, geschrobd en geschilderd en kreeg een glinsterend nieuwe Franse tooi. Al wie zich aan die nieuwe opschriften vergreep werd dankbaar en zonder veel omhaal aan de deur gezet. Het was een bloedige tijd voor onze bond. Het stak de ogen uit dat de directeur ook daar een kuis wou houden en bij de minste opwelling van Vlaams bewustzijn, werd men ... vriendelijk maar voorgoed naar huis gestuurd, LEBEAU 1962, 50.
Men gaat eens grote kuis houden in dat leger, in die horde van honderdduizend bedelaars. En niet om hun het ontbrekende werk of brood te bezorgen, maar om hen op te sluiten en een haastig laatsteavondmaal toe te dienen, BOON 1975, 223.
De Berendries (35 km.) en de Pijpketel (41 km.) zullen ook dit jaar voor de eerste grote kuis helpen zorgen. Net als vorige jaren. En wie na die hellingen ook nog de kasseien in de vijf plaatselijke ronden ... kan verteren, zal tegen vijven aan een overwinning mogen denken, Gentenaar 27/7/1977.
Sam.: droogkuis, nieuwkuis (zie die woorden).