Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kadet

betekenis & definitie

In de sportt., ter aand. van de jongere leden (bijv. tussen 12 en 15 jaar) van een sportclub; bij versch. sportbonden een min of meer off. ben. voor één van de laagste klassen van sportbeoefenaars in competitieverband: junior, jongere; ook: aspirant, jeugdspeler.

G.B., een 15-jarige nieuweling uit Niel, is steeds een verwoed voetballer geweest. Hij speelde bij kadetten en scholieren van Nielse S.V. en fungeerde er als voorstopper, Gazet v. Antw. 21/4/1977.

Daarmee verhinderde zij tevens, dat het bij de dames een volledig Antwerps sukses zou worden, want L. en R. legden beslag op de ereplaatsen, nadat het Merksemse meisje M.H. voordien de titel bij de kadetten had veroverd, Gazet v. Antw. 8/8/1977.

Bij de jeugd krijgen de kadetten van Antwerp een moeilijke verplaatsing naar Borgerhout die wel eens zou kunnen, zorgen voor een gedeelde leiding in de A-reeks, Gazet v. Antw. 20/5/1978.

Sam.: kadettenkampioen (De 17-jarige studente aan de sporthumaniora versloeg in de spurt met elf o.a. S. P., die vorig seizoen kadettenkampioen werd en nu de titel veroverde bij de nieuwelingen, Gazet v. Antw. 8/8/1977).