Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

klassen

betekenis & definitie

(Een vloeistof of een weke massa) morsen; knoeien; hij kan niet drinken zonder te klassen.

Beiden lekten van het zweet en van de malse honingspijs; ze plakten, en hadden werk om hun vingeren af te lakken. Loebas, de hond, stond er bij, en wat er geklast werd, slabberde hij gulzig op, TIMMERMANS 1966, 121.

Sam.: volklassen, volmorsen; - klaskont, vrouw die veel morst, morsebel; klaspot, morspot.

< >