Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

impermeabel

betekenis & definitie

I. Als bnw.

Van stoffen: ondoordringbaar, waterdicht.

II. Als znw.

Regenjas.

Toen ze nog allemaal sliepen heb ik in de gang de impermejabel van menheer Bidoul eens aangetrokken en zijn grijze hoed opgezet om te zien hoe me dat zou staan, CLAES 1960, 104.

Allez, Jantje, neem uw impermeabel ... en trek uw botten aan, dan gaan we ... kommissies doen, Nu Nog 1968, 16.

Grote keus ... elegante Ruiterbroeken, onberispelijke Vesten, Imperméables, enz., Gent 12/8/1976, p. 22.