Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

honderd

betekenis & definitie

In de verb. (vijf, tien enz.) ten honderd (veelal t.h. geschreven), (vijf enz.) percent, procent.

De Amerikaanse geleerde komt er tot de verbluffende bevinding dat, moest het gerecht alle strafbare sexuele delikten vervolgen, negentig ten honderd zijner landgenoten achter slot en grendel zouden zitten, BRULEZ 1950, 151.

Het voornaamste besluit van de studie is dat zo t.h. van de parkeerders de toegelaten tijd overschreden, Limburg 26/8/1976.

Volgens het blad „Petroleum Intelligence Weekly” bedragen de kortingen tot 20 t.h. voor de meeste oliesoorten uit het Nabije Oosten, Gentenaar 26/7/1977.

Dirk D.H.... die de eerste prijs gitaar Pro-Civitate behaalde met 93 t.h. kreeg de eerste regeringsmedaille, Gazet v. Antw. 22/12/1977.

Ook o.a.: WEYTS 1950, 13. Knack 21/2/1973, p. 36. Shopping (ed. Gent) 19/8/1976. Volksmacht 3/12/1976, p. 9.

- (Voor) honderd ten honderd (meevallen, gelijk hebben) enz., voor honderd procent, geheel, in alle opzichten enz.; - zich weer honderd ten honderd voelen e.d., volledig in orde, helemaal lekker enz. Wij wonen op een appartement en dat is een bewuste keuze die honderd ten honderd meegevallen is, Vrouw en Wereld sept. 1975, p. 11.

Bovendien hebben beide kampen voor 100 t.h. het gelijk aan hun kant, Gazet v. Antw. 22/12/1977.

- Vandaar in de spreekt.: ge hebt (al) honderd (met -) (als verkorting van honderd ten honderd), het is nu welletjes, hou maar op (met zeuren, babbelen e.d.), ik ben het beu enz.

Zij bestelde nooit eieren zonder er bij te voegen: ‘grote, alsjeblieft.’ De roodharige winkelier uit onze straat kende dat al.... Ze herhaalde het nogeens voor de derde maal. Het begon me stilaan op de zenuwen te geven. ‘Je hebt al honderd, ma, met je eieren!’ riep ik uit, BOSSCHAERTS 1954, 61.