Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

prijs

betekenis & definitie

In een aantal verb. die in de standaardt. niet voorkomen: (sportt.) de grote prijs van X., ter vert. van: grand prix; (gemeenz.) hij zal weten aan wat prijs, het zal hem duur te staan komen (eig. en oneig.), hij zal weten wat dat wil zeggen (gall., naar fr. savoir d quel prix).

Die andere, die Herodes, is nog niet dood, hoor.

Wacht maar, dien zal ik nog hebben. Want de slechteriken weten aan wat prijs in mijn vertelselkens, ik heb er geen compassie mee, afzien moeten ze en ge zult nog zien wat ik met hem zal aanvangen, WALSCHAP 1935, 39.

- Te(n) allen prijze, tot elke prijs, met alle geweld, in ieder geval (gall., naar fr. a tout prix).

In extreme situaties zoekt men zijn heil bij de mannen der extreme oplossingen. Maar Brassein zocht geen oplossing, wilde het conflict te allen prijze, LEBEAU 1962, 88.

Deze intense momenten willen wij graag vastleggen en ook de vakantiebelevenissen dienen ten alle prijzen worden vereeuwigd, Gazet v. Antw. 27/4/1977.

De premier staat er evenwel op, dat er niet langer wordt getalmd want hij wil te allen prijze donderdag 2 juni voor het publiek verschijnen, Gazet v. Antw. 31/5/1977.

Het traject van de eigenlijke Ring is al lang gepland. Hij past tussen het woongebied en de groene gordel van Anderlecht, die wij te allen prijze willen vrijwaren Touring 22/2/1978, p. 17.

- Ten prijze van, ten koste van.

Er is een aards geluk, dat ons ten prijze van veel geduld, veel aandacht en veel vertrouwen wordt beschoren, TEIRLINCK 1952, 2, 66.

Hij is er in geslaagd ten prijze van een toegeving, die hem zwaar op de lever blijft liggen, TEIRLINCK 1952, 2, 145.

Sam.: prijsafslag, prijsverlaging, prijsvermindering, korting (Bij Volkswagen grote prijsafslag op Polo tijdens de ajuinmarkt, Uit een informatiefolder Ledeberg aug. 1976);

- prijsbestek, prijsberekening, prijsopgave, calculatie, offerte (Vloerbekleding ... . Gratis prijsbestek op voorhand, Gent 19/8/1976, p. 6);
- prijsdeling, ook prijzendeling, prijsuitdeling, inz. op het einde van het schooljaar;
- prijskaarting, kaartwedstrijd (Op 4 september met een fietszoektocht, die start aan de gemeenteschool om 13 u. en waaraan prijsjes zijn verbonden, met een prijskaarting om 16 u. in de gemeenteschool, Bond 27/8/1976, p. 2);
- prijzenval, (plotselinge) prijsverlaging, prijsvermindering (De prijzenval van de aardappel heeft de index echter flink omlaag gedrukt, Gazet v. Antw. 26/7/1977);
- prijsvlucht (Wdl.), duivenwedstrijd (Zijn duiven! Hij heeft ze uit het hoofd verloren... vandaag Londerzeel, morgen Opwijk en Zondag de eerste prijsvlucht, WACHTERS 1946, 134.

Hij denkt aan het weinige geld in zijn portemonnee en den uitleg voor de volgende prijsvluchten, WACHTERS 1946, 154);

- prijswinnend, bekroond.