Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

gamma

betekenis & definitie

Ter aand. van een hoeveelheid, een ruime keuze van gelijksoortige zaken: assortiment, reeks, serie; soms zoveel als: versch. modellen enz.

De volledige gamma diepvriezers: verticale en horizontale modellen, kunt u zien in de toonzalen van de firma V.H., Shopping (ed. Gent) 20/5/1976. Koopjesmaand bij Renault.... Super «Salon»-voorwaarden op gans de gamma 1977, Annoncenblad 21/1/1977, p. 25.

Het gamma boeken is verdeeld over al de leeftijdskategorieën, Gazet v. Antw. 22/12/1977.

Een gamma vers brood, dagelijks geleverd, Uit een reclamefolder mei 1978.

Opm.: In de standaardt. in veel beperkter gebruik, m.n. ter aand. van een geordende reeks van abstracta: een gamma van mogelijkheden e.d.

Sam.: produktengamma (Naast de herstrukturering van het produktengamma en de markten, had die rationalizatie ook steeds een inkrimping van het personeelsbestand tot gevolg, Nieuwsblad 18/6/1977).