1. Van kleren, tafellinnen e.d.: schoon, in de bet.: gewassen, niet vuil; ook van luiers, hoewel thans veelal: nieuw (in plaats van ‘gewassen’).
Hij ... nadert de tafel die gedekt is ..., spreidt de verse servet wijdopen over zijn buik, en roept: ‘De soep’ De soep! TEIRLINCK 1952, 2, 6.
Na de middag kwam Henk onvermijdelijk opdagen met een vers hemd aan, ruikend naar badzeep, VAN AKEN 1965, 22.
Als jij je kind een verse luier geeft, en voedt en koestert... staan alle sterren even stil, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 18.
Elke avond deed zij de sprei van het bed en vouwde ze netjes op. Maar als er verse lakens waren, dan treuzelde ze net zo lang tot pa de sprei opvouwde, want dan wilde ze hem de verrassing gunnen, Vrouw en Wereld mei 1976, p. 17.
Het is ten eerste zeer ongezellig iemand met sokken in bed te hebben, en ten tweede is het niet proper. Als hij dan ten minste ’s avonds verse sokken zou aantrekken, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 45.
2. In de verb. verse kaas, in toep. op kwark of hangop (gall., ter vert. van fr. fromage frais).
- Zie ook s.v. plattekaas.
De eierdooiers loskloppen met de suiker, de geraspte citroenschil toevoegen, de gezeefde bloem en vervolgens ook de verse kaas en de kersenpuree, Rijk d. Vrouw 18/4/1978, p. 145.
Soms echter wordt aan de verse kaas een smaakje gegeven door toevoeging van knoflook en andere kruiden. Op het etiket dient dan vermeld: «verse kaas met toekruiden», Rijk d. Vrouw 18/4/1978, p. 148.
Verse kaas met de lepel uit de kaastobbe geschept, T.V.-strip 19/5/1978, p. 25.
3. Nieuw; - (gewest.) in de verb. op zijn vers, opnieuw.
Het verdubbeld zakgeld op kermisdag, alles moet er door dien dag, aan drank en dans... De volgende week op «zijn versch» gespaard, vergaard, voor ’t jaar daarop! WACHTERS 1946, 13.
Hij is bang haastig te zijn. Deze rit naar huis, naar de Burcht, naar het heilige woud, het mag duren, o! moge het duren een vers leven lang! TEIRLINCK 1952, 2, 199.
