(Iets) te voorschijn halen, veelal: uit zijn zak halen.
Hij haalde zijn sigaretten boven, gaf F. vuur, en luisterde, LEYS 1970, 84.
Ik haalde mijn pakje sigaretten boven, PAUWELS 1971,7.
Eens binnen haalde hij twee revolvers boven, waarmede hij zijn arbeider bedreigde, Gazet v. Antw. 14/6/1977.
De man haalde zijn portefeuille boven, waarin 3000 fr. stak, Gentenaar 16/8/1977.
Ook o.a.: WALSCHAP 1939, 19. TEIRLINCK 1952, 2, 252. BERKHOF 1962, 55. LIA TIMMERMANS 1962, 150. VAN AKEN 1963, 18.
Opm.: In de standaardt. wel: (iem., iets) uit het water ophalen.
