Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

ophalen

betekenis & definitie

1. (Een fles wijn e.d.) te voorschijn halen, uit de kelder halen (om er iem. op te tracteren).

2. (Tijdverlies, achterstand enz.) inhalen, inlopen (naar du. den Zeitverlust, den Abstand aufholen).

Zij wilde niet dat hij zich nerveus maakte en onderweg roekeloos reed om zijn verloren tijd op te halen en eer ze zich ervan bewust werden, was het gekibbel soms op gang, VAN AKEN 1965, 38.

Wat er allemaal al is uitgekraamd over het klaarstomen van de topatleten uit de Oostlanden, hoe ook de Amerikanen zich thans inzetten om de opgelopen achterstand op te halen en hoe mogelijk morgen de Chinezen met weer andere middelen voor de dag zullen komen om «officieel» de doeleinden te bereiken welke in de internationale sportkompetities gesteld worden, Gazet v. Antw. 26/7/1977.