Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aandacht

betekenis & definitie

I. Als znw.

In de verb. de, iemands aandacht trekken (zelden roepen) op -, de, iemands aandacht vestigen op -; ook: iem. attenderen, attent maken op in de eerste aanh. bep.: de aandacht (op zich) trekken met - (Gall., fr. attirer l’attention sur).

Dit was zeker niet het ogenblik om de aandacht te trekken op mijn sportpak, dat ik weliswaar speciaal voor deze gelegenheid had aangeschaft, met de hoop een beetje door de jeugd getapt te worden, DAISNE 1948, 16.

Zuster Beata... heeft daartoe ruimschoots bij gedragen wanneer zij heeft menen te ontdekken dat de ‘colleges’ van mijnheer pastoor... elk verband met een gangbare paedagogie gingen missen. Zij had dan de aandacht van de Burchtheer op het feit geroepen, TEIRLINCK 1952, 2, 151.

Wij trekken uw bijzondere aandacht op het feit dat de antwoorden vereerd zullen worden volgens het order van aankomst en naar gelang het verbruik van de beschikbare plaatsen, Taalb. 1967, III, 81.

II. Als tw.

Ter inleiding van een waarschuwing of een mededeling: attentie! let op! opgelet! voorzichtig! kijk uit! ook: belangrijk (bericht)! enz.

Aandacht, drie treden! Taalb. 1971, III, 149.

Aandacht! De commissies... van de militaire - en de vergoedingspensioenen, houden hun zittingen niet meer Koningsstraat 172, maar wel Jan Jacobsplein 10, te 1000 Brussel, Verminkte juni 1978.

Sam.: aandachtspunt, programmapunt (Eén van de grote aandachtspunten in de jaarwerking 76-77 van de Vlaamse K.A.J. is de Internationale Arbeiderssolidariteit, Volksmacht 3/12/1976, p. 13).