(1963) (sch.) masturbatie. In het Engels ‘self (of: mutual) pleasuring’. De achtervoegsels ‘bediening’ of ‘massage’ moeten het schuldgevoel proberen te verdringen dat rond termen als ‘zelfbevrediging’ hangt. ‘Zelfmassage’ of ‘soloseks’ zijn minder pejoratieve benamingen.
• Er werd dan lachend naar mij gekeken. 'Jij bent zeker van de zelfbediening? Of hoor je soms tot het bataljon dat alleen van achteren aanvalt?' (Johan Fabricius: Jongensspel. 1963)
• Waarom heette masturbatie jaren geleden ineens zich aftrekken en nu zelfbediening? (Hans Rombouts: Mooipraat. Taal als camouflagemiddel. 1989)
• (Jan Kuitenbrouwer: Neo-Turbo. 1993)
• De celibatair sprak daarbij met zoveel technische kennis over de zonde van de ‘zelfmassage’, dat menige leerling die avond onder de dekens voor het eerst de hand aan zichzelf moet hebben geslagen. (HP/ De Tijd, 27/05/1994)
• Stel nu dat de man, net als Reve, na ontdekking aan zijn overburen een pauselijke groet had gebracht en doorgegaan was met de zelfbediening. Doe je dan ook iets strafbaars? (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)