Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie P
- pruikenmakersdrafje
- pruikerig
- pruim
- pruimedant
- pruimen op sap zetten
- pruimen schudden
- pruimenlikker
- pruimensap
- pruimenschudder
- pruimentriller
- pruimenzot
- pruimerd
- pruimerij
- pruimlikken
- pruimpit
- pruimpje
- pruims
- pruimtabak
- Pruis
- Pruisisch
- prul
- prullebakkeren
- prulli
- prummel(tje)
- prut
- prut met peren (pruimen)
- prutband
- prutlip
- prutpraat
- prutskut
- pruttel
- pruttelaar
- pruttelpot
- prutvarken
- psalmboek
- psalmenpomp
- psalmmolen
- psalmzingen
- pseudo-event
- pseudokoop
- pseudokoper
- psp
- psu
- psych
- psychedelisch
- psycho
- psychobabbel; psycho-babble
- psychobabbelaar
- psychobilly
- psychologisch moment
- psychonaut
- PTT
- publi's
- publiciteitshoer
- publiciteitsjaren
- publiek huis
- publieke opening
- publieke vrouw
- publiekswissel
- pudding
- pudding eten met een lap om je tong
- pudding spijkeren
- puddingacademie
- puddingbroodje
- puddingbuks
- puddinglul
- puddingstamper
- puf
- puff
- puffen
- puffer
- pufmaatje
- puik
- puim
- puimbriefje
- puimsteen
- puin
- puinbak
- puinbakken
- puiner
- puinhoer
- puinsteker
- puinzooi
- puis
- puis laten wentelen
- puist
- puistenkop
- puistje vangen
- puk
- pukkel
- pukkelbek
- pul
- pullekeete
- pullen
- pullenbroer
- pulpedief
- pulsen
- pummel
- pump and circomstance
- punaisepoetser, punaisepisser
