Definities van Woordenboek van Populair Taalgebruik in de Ensie P
- punaises
- punanie, poenani, poenie, puni
- punch
- puncheur
- pundit
- pungelaar
- pungelen
- punica-oase
- punk
- punkaarspuber
- punkette
- punkzine
- punt
- punt van Judas
- puntbuik
- punten
- punten en strepen
- punten pakken
- puntenkaaier, puntenneuker
- puntenkanon
- puntenslijper
- punthoofd
- puntje
- puntje-puntje
- puntjes poetsen
- puntjesmelker
- puntmuts
- punttreintje
- puntzakjes, puntzakkies
- pupilleren
- puppen
- puppes drie
- puppus
- purk
- purple haze
- purple heart
- purple hearts
- puru
- pushbericht
- pushen
- pusher
- pushy
- pussy
- put
- puta
- puthaak en emmertje
- putje graven, tentje bouwen, tukkie doen
- putje voelen
- putjesschepper
- putjesvoetbal
- puts, putz
- putter
- putterik
- puttul
- putverlater
- puut
- puzzel, puzzle
- puzzelrit
- puzzeren
- PVV
- pyjamadag
- rare pierus
- rijden als een pannenkoek
- saaie pan
- schep op de pap
- slik jij maar een bord paardenvijgen
- stop de persen
- te pas gekomen zijn
- te veel pap gegeten hebben
- tegen de plinten klotsen
- tegen de poot van de tafel gelopen
- toen pissen plassen werd is het gezeik begonnen
- tot in de pruimentijd
- trekken aan een dood paard
- tussen pissen en schijten
- tussen pruimen en krenten
- tussen vier planken liggen
- uit de pekel zijn (helpen)
- uit de picture zijn (staan, komen)
- uit de pot snoepen
- uit de pul trekken
- uit een paardenkop lullen
- uit een pijpenkast komen
- uit pijp laten roken
- uit z'n panty gaan
- uit zijn pan gaan
- uit zijn pijp komen
- uit zijn plaat gaan
- van 't padje
- van de pan geraken
- van de parochie zijn
- van de piepers gejankt
- van de plaat geschraapt
- van de planeet gaan
- van de plank zijn
- van de poot zijn
- van de pot gerukt (gepleurd, los enz.)
- van de preekstoel gevallen
- van de rooie pan
- van een andere planeet komen