Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZUID-AUSTRALIË

betekenis & definitie

(South-Australia), Australische staat in het Z. van het vasteland van Australië, tussen 129 en 1410 O.L. v. Gr. gelegen, wordt begrensd door de Indische Oceaan, West-Australië, het Noordelijk Territorium, Queensland, Nieuw-Zuid-Wales en Victoria.

Van 18631911 was het Noordelijk Territorium of Noord-Australië nog met Zuid-Australië verenigd. De oppervlakte van de staat bedraagt 984 341 km2. De kust, die in het W. aan de Grote Australische Golf grenst, is woest en onvruchtbaar.In het O. vindt men twee diep in het land indringende baaien, de Spencergolf en de Golf van St Vincent. Voor de Golf van St Vincent ligt het Kangoeroe-eiland. Bij’ Kaap Jervis, de zuidpunt van het schiereiland Hindmarsch, aan de oostelijke mond van de Golf St Vincent, wendt zich de kust eerst oostwaarts en vormt ten Z. tot aan Kaap Bernoulli de Encouterbaai, op welker achtergrond het grote, met de zee verbonden Alexandrinameer ligt, waarin bij Wellington de Murray uitmondt. Het Z.O. is bergachtig: van Kaap Jervis aan de Golf van St Vincent tot aan de vlakten ten Z. van de Coopers-Creek noordwaarts lopende bergketens, Mount Lofty en Flinders Range (beide beneden 1000 m). In het zuidelijk gedeelte omsluiten bosrijke bergen goed bevloeide vruchtbare dalen, ook het kustland aan de Golf van St Vincent en de vlakten nabij de Murray alsmede in het verre Z.O. het Mount-Gambier-district onderscheiden zich door hun vruchtbaarheid. De bergen van de Mount Lofty en van de Flinders Range bestaan hoofdzakelijk uit zandsteen, leisteen en kalksteen.

De woeste, sterk gekloofde Gawier Range, die noordwaarts aan het schiereiland Eyria grenst, bestaat uit graniet, verder vindt men prachtig rood graniet in het Barrossadistrict ten N. van Adelaïde en aan de noordelijke oever van de Encounterbaai. Bazalt komt voor bij de Mount Arden ten N.N.O. van Port-Augusta, in het gebied der zoute binnenlandse meren en vooral in de nabijheid der uitgedoofde vulkanen in het Mount Gambier-district (ook bekend om de prachtige druipsteengrotten). In het N. en W. bestaat het land uit zandige en steenachtige vlakten. Zuid-Australië heeft groot gebrek aan water. Behalve de Murray bezit het geen enkele permanente rivier. De rivieren, die in de Eyre, de Torrens, de Frome, de Blanche en andere zoute moerassen van het binnenland uitmonden, blijven zelfs wel eens jarenlang droog. Bij het Eyremeer vindt men echter een aantal bronnen; ook door het boren van artesische putten tracht men in het watergebrek te voorzien.

Het klimaat is zacht en gezond. Gedurende een derde deel van het jaar waaien er koele, vochtige Z.W.-winden. De regentijd valt tussen het midden van Mei en het begin van Oct. Van laatstgenoemde maand af tot aan Febr., de warmste maand, stijgt de temperatuur. De hoogste temp. in Febr. bedraagt 45 gr. C.

De Juli-temp. beweegt zich tussen 19 en 2 gr. G. De flora en fauna komen in hoofdzaak overeen met die van overig Australië. Ten N. van de 32ste breedtegraad is de regenval gering en is het „Mulga salt bush” practisch onbewoond, dit is natuurlijk ook het geval met de woestijn in het N. van Zuid-Australië.

Het aantal inwoners bedroeg in 1951 720000. Daarvan wonen 430 000 in de hoofdstad Adelaïde met haar voorsteden. Onder de bewoners waren enkele honderdtallen Aziaten en Polynesiërs, het aantal inboorlingen wordt geschat op 2700. De toeneming der bevolking bedroeg van 1911-1933 ca 150 000, van 1933-1951 ca 140 000. De meeste inwoners zijn Prot.; in 1946 waren er 73 000 R.K. Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan, doch slechts 20 mill. ha zijn min of meer in cultuur gebracht.

Tarwe en gerst zijn hoofdproducten, totaal 765 000 ha is voor tarwe en ongeveer de helft daarvan voor andere granen in gebruik. De irrigatie is niet belangrijk, slechts 32 000 ha zijn bevloeid.

Verder worden er veel vruchten en wijn geproduceerd (in 1950 24 000 ha wijngaard, 5000 ha boomgaard). De veeteelt gebruikt een opp. van ca 400000 km2. De veestapel telt (1951) 71 000 paarden, 433 000 runderen en 10 000 000 schapen. De totale akkerbouwproductie beliep in 1950: 38 millioen £, die van de schapenteelt 30 millioen £, die van zuivelproducten 8 millioen £. De mijnbouw levert vooral ijzererts (van de Iron Knob), koper, zilver en goud; verder lood, phosphor, zout, gips, zwavelzuur, baryt, mangaan, opaal, totaal voor 3,365 millioen £. De nijverheid ontwikkelt zich, maar werkt vooral voor binnenlands gebruik. Door de uitvoer van mijnbouwproducten zijn de havens Port Pirie, Wallaroo en Whyalla opgekomen, daar ontwikkelt zich ook metaalindustrie. In 1951 werd door de industrie voor 52 mill. £ geproduceerd.

Uitgevoerd wordt vooral: wol (in 1950 voor 54 mill. £), tarwe, tarwemeel samen voor 19 mill. £, koper, vlees, boter, honig, ooft, wijn, huiden en vellen, talk, leder en kunstmeststoffen. Geïmporteerd worden vooral industrieproducten en aardolie. Door de spoorweg Port Augusta-Kalgoorlie heeft Australië een transcontinentale lijn gekregen van Brisbane naar Fremantle. De grote telegraaflijn Adelaïde-Port Darwin (in Noord-Australië) heeft door een kabel naar Java aansluiting aan de kabels naar Europa, Oost-Azië en Noord-Amerika. Radium Hill ten Z.W. van Broken Hill is een belangrijke uranium producent. Er is een universiteit te Adelaïde; verder zijn er een mijnbouwschool en vele (ca 1000) lagere scholen.

GESCHIEDENIS

Het kustgebied werd eerst in 1803 door de Engelse kapitein Flinders en kort daarna door de Franse admiraal B audin ontdekt. Maar eerst in 1830 maakte Sturt zijn landgenoten opmerkzaam op dit gewest, dat voor het stichten van een kolonie zeer geschikt zou zijn. In 1834 kwam in Engeland een kolonisatievereniging tot stand, die door verkoop van het onbeheerde land een landverhuizersfonds bijeenbracht, waardoor het mogelijk werd, het land aldaar in cultuur te brengen. 15 Aug. 1834 werd een Parlementsbesluit uitgevaardigd, dat Zuid-Australië tot een Britse provincie verhief, een uitvoerende commissie benoemde en de kolonisatie van gedeporteerde misdadigers verbood. De eerste landverhuizers met de gouverneur arriveerden in 1836 in de Golf van St Vincent aan wal. Na vele moeilijkheden brak er ca 1841 een betere tijd aan, zodat de kolonie zich na die tijd meer en meer ontwikkelde. De kolonie sloot zich in 1900 bij de Commonwealth of Australia aan.

Lit.: S. H. Roberts, History of Australian Land Settlement (1924); A. G. Price, The Foundation and Settlement of South Australia (1924); G. A.

E. Fenner e.a., Centenary History of S. A. (1936).

< >