(1) (door de inwoners Oengoeja genoemd), hoofdeiland van het rijk Zanzibar, in de Indische Oceaan, 40 km van de oostkust van Afrika verwijderd. Het ligt tussen 50 43' - 6° 28' Z.Br. en 39° 13' - 39° 37' O.L., beslaat ca 1660 km2 en heeft (1948) 149 575 inw.
Zanzibar en Pemba en bijbehorende eilandjes beslaan tezamen 2645 km2 met (1951) 272 000 inw. (73,5 pct Afrikanen, 16,5 pct Arabieren, 5,9 pct Indiërs en ca 300 Europeanen). De bevolking behoort met uitzondering van de Indiërs tot de Islam. De volkstaal is het Soeaheli, de handelstaal Engels.Zanzibar is een koraaleiland met steile kusten, waarop zich een heuvelrug van ijzerhoudende, rode aarde tot een hoogte van 130 m verheft. Het westelijk deel is dichter bewoond en meer bebouwd dan het oostelijk deel. Daar vindt men enige stromende wateren, die echter niet steeds de zee bereiken. In het O. komen onderaardse rivieren, grotten, koraaltrechters e.a. voor. Het klimaat is heet, vochtig en ongezond, de gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 26,7 gr. C., de gem. hoeveelheid neerslag 1500-2500 mm.
De plantengroei komt in hoofdzaak overeen met die van tropisch Afrika. De belangrijkste landbouwgewassen zijn: kafferkoren, cassave, rijst, suikerriet, specerij planten (uit Oost-Indië ingevoerd, vooral kruidnagelen) en verschillende soorten citrusplanten. De kruidnagelenteelt is zeer belangrijk, Zanzibar en Pemba leveren het grootste deel (ca 80 pct) van de wereldproductie. De aanplant van kokosnoten is eveneens zeer belangrijk; er zijn naar schatting 4 millioen bomen. De dierenwereld wordt vertegenwoordigd door: meerkatten, servals, genetkatten, zebra’s hamsters, ratten, dwergantilopen, maskerzwijnen en verschillende soorten vogels en reptielen.
Onder de bevolking nemen de MascateArabieren, waartoe ook de sultan behoort, een hoge rang in; de handel wordt echter grotendeels door de Indiërs gedreven. Verder treft men er nog Katholieke Goarezen, Beloetsjen, Perzen, Madagassen en Wasoengoe aan. De negerbevolking bestaat deels uit vrije Soeaheli, die van het vasteland zijn gekomen, deels uit afstammelingen van een zeer gemengde slavenbevolking. In 1897 werd de slavernij officieel afgeschaft.
De nijverheid is beperkt tot de fabricage van kruidnagelolie, kokosvezel, -touw en -matten, kokosolie, zeep, suiker, sieraden, ivoor- en ebbenhoutsnijwerk en koperwerk. Mijnbouw is onbekend. Een belangrijk deel der geproduceerde kruidnagelen, ivoor en kokosolie wordt uitgevoerd.
(2) (Zangnebar) is een Islamietisch rijk in Oost-Afrika, door een sultan bestuurd, doch onder Engels protectoraat. Behalve de eilanden Zanzibar (1660 km2, 149 575 inw.) en Pemba (985 km2, 114 5go inw.) omvatte het rijk een kuststrook van 16 kin breedte (bij vloed), van de rivier de Oemba in het Z. tot aan Kipini aan de Osi in het N., een aantal kusteilanden tussen de Osi en de Joeba en de stad Kismajoe. De rechten op deze bezittingen op het vasteland zijn in 1890 tegen betaling van geldsommen overgegaan op Groot-Brittannië, Italië en Duitsland. Het Italiaanse deel vormt thans een onderdeel van Somalia, het voormalige Duitse deel behoort thans bij het Britse trustgebied Tanganjika en het Engelse deel is ingelijfd bij Kenia.
Het feitelijk machtsgebied van de sultan (Seyyid) is derhalve beperkt tot het protectoraat Zanzibar en Pemba (z Zanzibar 1), waar hij zijn regering onder Brits oppertoezicht uitoefent. Hij heeft een Britse resident naast zich, wiens handtekening voor alle bestuursdaden vereist is. In 1926 werden een uitvoerende en een wetgevende raad ingesteld, de eerste gepresideerd door de sultan, de laatste door de resident.
Engeland heeft een bezetting op Zanzibar. De sultan heeft een lijfgarde, een eigen vlag, recht van muntslaan; het rijk heeft een eigen ridderorde, de orde van de Stralende Ster, die slechts aan Europeanen wordt verleend. De onafhankelijkheid van de sultan bestaat slechts in schijn.
De naam Zanzibar is waarschijnlijk een verbastering van Zendjbar (land der Zwarten). Reeds in de 10de eeuw hebben de Arabieren aan de oostkust van Afrika, het eerst te Lamoe en Mombas, koloniën gesticht. Vasco da Gama vond aldaar in 1498 goed gebouwde steden, die een levendige handel met Indië dreven; de hoofdzetel van dit gebied was Oman. In 1503 erkenden de Islamieten op het eiland Zanzibar de opperheerschappij van Portugal. De Portugezen hadden achtereenvolgens met de Arabieren, de Perzen en de Nederlanders te kampen, en verloren langzamerhand al hun bezittingen. In 1784 maakte de Imam Said van Maskate zich van het eiland meester.
Zijn stadhouders wisten echter de onafhankelijkheid te verkrijgen, totdat in het begin van de 19de eeuw seyyid Said, die in 1806 aan de regering was gekomen, zich eerst van de Oostafrikaanse kustplaatsen, in 1837 ook van het eiland Zanzibar meester maakte, dat in 1840 de zetel van zijn dynastie werd. Een van zijn zoons, seyyid Bargasj, die in 1870 aan de regering kwam, knoopte betrekkingen met de Europeanen aan en bevorderde de Europese invloed. In 1886 erkende hij de souvereiniteit van Duitsland over Oesagena, Ngoeroe, Oesoegoeha en Oekamiar. In 1890 verkreeg Engeland, op grond van het Zanzibarverdrag, de beschermheerschappij over Zanzibar, Pemba, Witoe, de kust tot Kismajoe en de eilanden Patta en Manda. De huidige seyyid, (Sir) Khalifa II bin Haroeb (Maskate 26 Aug. 1879), volgde zijn zwager Ali II bin Hamoed (7 Juni 1884 - Parijs 20 Dec. 1918) in 1911 op.
Lit.: W. H. Ingrams, Chronology and Genealogy of Z. Rulers (Zanzibar 1926); Idem, Z., its History and its People (London 1931); G. E. Tidbury, Z.: the dove Tree (London 1949); A Guide to Z. (1952).
(3), hoofdplaats van het protectoraat en sultanaat en tevens de grootste stad van het eiland.
Zij ligt op de westkust van het eiland Zanzibar en telt (1948) ca 45 300 inw.
Het voornaamste stadsdeel, Sjangani, lig op een schiereiland en bevat enkele paleisruïnes, consulaatsgebouwen, regerings- en dienstgebouwen, een Engelse kerk, een Hindoetempel, een naar Arabisch model gebouwd fort. De straten zijn nauw en hoekig. De voorstad Madagascar Town bestaat grotendeels uit lemen hutten en is de zetel van handel en nijverheid. De haven werd in 1950 aangedaan door ca 300 zeeschepen (1,44 millioen ton) en ca 390 kustvaartuigen (162 000 ton). De stad bezit een vliegveld; er is een kabelverbinding met Engeland. De invoer bestaat uit katoenen stoffen, handvuurwapens en munitie, metalen, steenkool, gedroogde vis de uitvoer uit kruidnagelen en kruidnagelolie, weefsels, ivoor, copra, huiden en rubber.
Lit.: F. B. Pearce, Z.. the Island Metropolis (1920).
Zanzibar-verdrag
(1 Juli 1890), ruilverdrag tussen Groot-Brittannië en het Duitse Rijk, waarbij het eerste Witoe, Oeganda en Zanzibar, het laatste Helgoland verkreeg. Na het opzeggen van het Herverzekeringsverdrag met Rusland door de nieuwe rijkskanselier von Caprivi betekende dit verdrag een algemene toenadering van Duitsland en Engeland. Gevolg van het verdrag was dus direct: toenadering tussen Frankrijk en Rusland, die spoedig leidde tot de ondertekening van een militaire overeenkomst tussen die beide rijken. In Engelse regeringskringen verwachtte men nu, dat het Duitse Rijk in ruil voor de verkrijging van het Noordzee-eiland, dat zo belangrijk was voor zijn toekomstige betekenis als zeemogendheid, in het vervolg Groot-Brittannië hulp zou bieden bij zijn Centraalafrikaanse politiek. De regering van Wilhelm II heeft echter aan die verwachting niet beantwoord.