een 1080 km lange rivier in de V.S., ontspringt in de Game Ridge in Park County, Wyoming, stroomt dwars door het Yellowstone National Park en het hierin gelegen Yellowstone Lake en vormt na het verlaten van dit meer een diepe canon, waarin de beroemde watervallen (Upper Falls 33 m, Lower Falls 94 m en Tower Falls 40 m) liggen. Voorbij het park komt de Yellowstone in het gebied van Montana en stroomt weldra in N.O. richting voorbij de steden Livingstone, Billings en Miles City, neemt als voornaamste zijrivieren uit het Z. de Clarks Fork, Big Horn, Tongue en Powder op en mondt even voorbij de grens van Noord-Dakota in de Missouri.
Yellowstone National Park
het oudste, meest bekende en grootste der natuurreservaten in de V.S., ligt in het Rotsgebergte, vnl. in Wyoming, en voor een klein deel in Idaho en Montana, en beslaat een oppervlakte van 8992 km2. Het gebied bestaat uit een gem. 2400 m boven zeeniveau gelegen hoogvlakte, aan welker randen zich bergketens verheffen, die in Mount Schurz in de Absaroka Range met 3396 m hun hoogste punt bereiken. Een klein deel in het Z.W. ontwatert via de Snake River naar de Stille Oceaan, de rest naar de Yellowstone en zijn zijrivieren en de Gallatin (N.W.). De Yellowstone vult het in het midden van het park gelegen gelijknamige meer, dat een oppervlakte van 360 km2, een omtrek van 160 km, een diepte tot 90 m heeft en met 2356 m boven de zeespiegel het hoogst gelegen meer van die grootte in Noord-Amerika is. Andere grote meren zijn Shoshone Lake, Lewis Lake en Heart Lake.
Ca 3000 warme bronnen, meer dan in enig ander gebied ter wereld, vindt men over het gehele park verspreid. In het Middenwesten bevinden zich de beroemde geysers, die watermassa’s tot 75 m hoog opspuiten, sommige met regelmatige tussenpozen, andere ongeregeld. Het water komt in alle temperatuurvariaties en van kristalhelder tot troebel en kwalijk riekend te voorschijn. In het N. van het park bevinden zich de versteende bossen, waarschijnlijk door vulkanische as bedolven, door silicaten versteende en later weer vrij gespoelde wouden. In sommige delen kan men bij barsten in de aardkorst tot 12 boven elkaar liggende bossen onderscheiden. De tegenwoordige flora heeft een grote verscheidenheid en een aanzienlijk deel van het park is bebost. De fauna telt, dank zij een jachtverbod, nog talrijke wilde zoogdiersoorten, waarvan sommige
Warme bronnen en geysers komen, meer dan in enig ander gebied ter wereld, in het Yellowstone Park voor elders niet meer vrij voorkomen. Er is nog een grote bisonkudde (ca 500 stuks), voorts eiken, antilopen, bergschapen, panters, lynxen, wolven en beren, benevens talrijke pelsdieren. Vrijwel het gehele gebied is vulkanisch en geniet de bijzondere aandacht van geologen. Wegens zijn vele natuurwonderen is het park een der meest bezochte recreatiegebieden in de V.S.
Lit.: U.S. Geological Survey, Descriptive Geology, Petrography and Paleontology of the Y. N. Park (Washington, Monograph 32, part 2); H. de Vries, Het Yellowstone Park, Experim. Evolutie (Amsterdam 1905); F. E.
A. Thone, Trees and Flowers of the Yellowstone National Park (St Paul 1929); V. Bailey, Animal Life of Yellowstone Park (Springfield 1930); E. T. Allen & A. L.
Day, Hot Springs of Yellowstone National Park (Washington 1932); H. M. Chittenden, Yellowstone National Park (9de dr. Stanford 1949); J. E. Haynes, Guide to Yellowstone Park (St Paul, jaarl.); Yellowstone Nature Notes (1925 e.v., maandelijks).