Engels dichter, aestheticus, sociaal-filosoof en beoefenaar der kunstnijverheid (Walthamstow 24 Mrt 1834 - Hammersmith 3 Oct. 1896), was een uiterst veelzijdig mens, die de gave bezat, zich in korte tijd een technische vaardigheid tot in de perfectie eigen te maken. Zijn literaire arbeid laat zich moeilijk afzonderlijk van zijn ander werk behandelen, omdat hij steeds aan beide naast elkaar voortwerkte.
Morris groeide buiten op, waar hij in zijn uitmuntend geheugen een grote schat aan historische en folkloristische gegevens verzamelde, waaruit hij zijn hele verdere leven putte. De gemakkelijke financiële omstandigheden, waarin hij van zijn jeugd af verkeerde, zijn voor hem nooit een reden geweest om niet of minder hard te werken, integendeel, zij vormden de achtergrond, waartegen hij zijn werk kon verrichten, ook in tijden, dat dit geen winst afwierp.Hoewel hij, evenals zijn vriend Burne-Jones, aanvankelijk theologie studeerde in Oxford, gaf hij dit op na zijn B.A. (Bachelor of Arts). Uit deze jaren dateert het contact met de Preraphaë lieten, waarbij Rossetti aanvankelijk grote invloed op hem uitoefende, een band waarvan Morris zich later geheel zou losmaken. Zijn eerste gedichten verschenen in het, grotendeels door hem gefinancierde, Oxford and Cambridge Magazine, in hetzelfde jaar (1854), waarin hij zijn eerste reis naar België en Frankrijk ondernam. Zijn sympathie voor de Middeleeuwen werd, behalve door zijn kennismaking met de Franse Gothiek, gestimuleerd door de lectuur van Chaucer, Ruskin, Tennyson en Garlyle (Past and Present, 1843). Hij legde zich achtereenvolgens toe op architectuur, schilderen (sterk decoratief en zo het meer picturaal was dan toch steeds geïnspireerd op de Middeleeuwen: La Belle Iseult) en het maken van ontwerpen voor meubels en borduurwerk. Uit het laatste groeide de firma Morris & Co., die, min of meer bij toeval opgericht door een aantal Preraphaëlieten, en goeddeels door Morris gefinancierd, zich toelegde op het met de hand vervaardigen van mooiere en betere meubels, bekledingsstoffen, behang en chintz.
Hun streven was het ontwikkelen van een gezond aesthetisch gevoel bij het publiek en niet in de eerste plaats het maken van winst. De invloed die van de firma uitging was zeer groot, ook in Nederland; het bedrijf werd geregeld uitgebreid en omvatte later ook de vervaardiging van gebrandschilderd glas, wolverven en weven. In 1858 verscheen zijn eerste dichtbundel, The Defence of Guenevere, sterk onder de invloed van Froissart en van Malory’s Morte d'Arthur, in 1867 de tweede, The Life and Death of Jason, die een groot succes werd. Daarop volgde The Earthly Paradise, een kadervertelling naar het voorbeeld van Chaucer’s Canterbury Tales (voltooid in 1870). Hierin is reeds de invloed te bespeuren van de IJslandse sagen, die hij bestudeerde; in 1871 en 1873 ondernam hij, met Eirikr Magnusson reizen naar Ijsland, die, in tegenstelling tot een bezoek aan Italië in 1873, zeer veel indruk op hem maakten. Het geestelijk resultaat hiervan was het epos Sigurd the Volsung, tevens het laatste belangrijke dichtwerk dat hij maakte.
Ongeveer in dezelfde tijd ontstond de masqué Love is Enough, dat iets van de mystieke kant van deze uiterlijk uitbundige, maar innerlijk zeer gesloten man onthult. In 1878 begon hij te weven, waarin hij ook weer in korte tijd een grote vaardigheid bereikte. Hij toonde sympathie voor het socialisme, maar toen hij na verloop van tijd inzag, dat hij wel zijn gezondheid had geschaad, maar geen enkel doel had bereikt voor de arbeider, die hem bovendien diep teleur had gesteld met zijn botheid en onverschilligheid, ging hij — practisch mens, die hij was — zich weer wijden aan de bezigheden, waarvan hij wel resultaten mocht verwachten: overdag werkte hij voor de firma en ’s avonds schreef hij: eerst twee gedichten in proza, The Dream of John Bull en News from Nowhere, een utopie (1884), later een aantal romances in proza, alle spelend in een geïdealiseerde middeleeuwse omgeving, waarin de atmosfeer belangrijker is dan de tekening der karakters en die daarom alle enigszins onbevredigend aandoen. In zijn tekeningen zien wij hetzelfde: de randen en het zuiver decoratieve, het scheppen van de sfeer dus, zijn van Morris zelf, maar de figuren zijn ingetekend, meestal door Burne-Jones. In 1887 maakte hij een vertaling van de Odyssee van Homerus; in de jaren tachtig ontwierp hij plannen voor een drukkerij, die in 1892, met medewerking van Emery Walker, tot stand kwam onder de naam Kelmscott Press, waarop hij zijn beroemde Chaucer-uitgave verzorgde (zie ill. Chaucer II en Boek VII), Morris ontwierp zelf drie letters: de Golden, de Chaucer en de Troy. Het is aan zijn activiteit te danken, dat in 1877, als reactie op veel ondeskundig restaureren van oude bouwwerken The Society for the Protection of Ancient Buildings werd opgericht.
AR. SCHIPPERS
Bibl.: Poëzie: The Defence of Guenevere (1858); The Life and Death of Jason (1867); The Earthly Paradise (1868-1870); The Story of Sigurd etc. (1876); The Pilgrims of Hope (1885); Poems by the Way, Ballads and Lyrics (1891). Proza: The Dream of John Bull (1888); The House of the Wolfings (1889); News from Nowhere (1891); The Roots of the Mountains (1890); The Story of the Glittering Plain (1890); The Wood beyond the World (1894); Child Christopher (1895); The Well at the World’s End (1896); The Water of the Wondrous Isles (1897); The Story of the Sundering Flood (1898); The Decorative Arts, their Relation to Modern Life (1878); Hopes and Fears for Art (1882); Art and Socialism (1884); Nonesuch Morris (1934; gebundelde artikelen); Collected Edition (bezorgd d. May Morris, 24 din, 1910-1915). The Letters of W. M. to his Family and his Friends; ed. by P. Henderson (London 1950).
Lit.: J. W.Mackail, the Life ofW. M., 2 vols. (London 1899); L. F. Day, W. M. (1900); Paul Bloomfield, W.
M. (London 1934); L. W. Eshleman, A Victorian Rebel: W. M. (New York 1940); William Gaunt, The Pre-Raphaelite Tragedy (London 1942); Idem, The Pre-R. Dream (London 1943); Idem, The Aesthetic Adventure (London 1945); E. and S. Godwin, Warrior Bard, the Life of W.
M. (London 1947); Esther Meynell, Portrait of W. M. (London 1947); Holbrook Jackson, Dreamers of Dreams (London 1948); L. E. Grey, W. M. Prophet of New Englands New Order (1949); J Mackail, Life of W. M. (Oxford 950).