Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

William mitchell RAMSAY

betekenis & definitie

Sir, Engels classicus en archaeoloog (Glasgow 15 Mrt 1851 - Bournemouth 20 Apr. 1939), studeerde te Aberdeen, Oxford en Göttingen; maakte in 1881-82 twee lange reizen door het onbekende binnenland van Klein-Azië. Met een onderbreking van 1891-99 zette hij deze onderzoekingen voort tot 1914.

Van 1885~86 professor voor klassieke archaeologie en kunst te Oxford; van 1886-1911 hoogleraar in de humaniora te Aberdeen. Speciaal bekend is hij door zijn levenswerk, de bestudering van de antiquiteiten en geschiedenis, geografie en topografie van Klein-Azië en de invloed van Klein-Azië op de Griekse beschaving en het Graeco-Romeinse bestuur. Na zijn emeritaat zette hij zijn Anatolische studies tot zijn dood toe voort. Hij werd in 1906 in de adelstand verheven.Bibl. (voorn, werken): Hist. Geography of Asia Minor (London 1890); The Cities and Bishoprics of Phrygia, 2 din (Oxford 1895-1897); The Church in the Roman Empire before A.D. 170 (London 1893; 7de dr. 1903); The thousand and one Churches (met G. L. Bell, 1909); St Paul the Traveller and the Roman Citizen (London 1895; 14de dr. 1920); The Letters to the Seven Churches of Asia (1905); Historical Commentary on St Paul’s Epistle to the Galatians (London 1899); Pauliné and Other Studies in Early Christian History (London 1906); The Cities of St Paul (London 1907); The Cities of Asia Minor (New York-London 1908); Asiatic Elements in Greek Civilization (London 1927); Editie van Monumentum Antiochenum (met A. Premerstein; Lipsiae 1927); The Social Base of Roman Power in Asia Minor (persklaar gemaakt door J. G.

C. Anderson; Aberdeen 1941).

< >