baron, heer van Rollecate, de aanlegger van de Dedemsvaart (Zwolle 18 Mrt 1776 - Nieuwleusen 21 Nov. 1851), kwam door zijn huwelijk met een dochter van Gerrit Willem van Marle, die het plan tot het graven van dat kanaal reeds in 1791 ontworpen had, in het bezit van daaraan gelegen gronden en besloot deze zo hoogst nuttige onderneming door te zetten. Na vele tegenkantingen verkreeg hij daartoe vergunning van koning Lodewijk en 9 Juli 1809 werd bij Hasselt een aanvang gemaakt met het omvangrijke werk, dat een onafzienbare uitgestrektheid woeste gronden deed verdwijnen, maar de ondernemer ook in ruime mate de ondankbaarheid van de mensen deed ondervinden.
In 1811 was het kanaal reeds 19 km lang, maar daarna bleef het lang onvoltooid. Een jaar na zijn dood werd het naar hem genoemde kanaal voltooid door de Staten van Overijsel, die het in 1845 hadden aangekocht. Van Dedem was directeur van de belastingen in Overijsel en lid van de Provinciale Staten.