Vlaams architect (Brussel 16491719), volgde zijn vader op als „Meestermetser van den hove”, nam als zodanig ontslag in 1688, maar bleef architect van de stad Brussel. Hij had een belangrijk aandeel in de heropbouw van de stad na de beschieting van 1695, in het bijzonder wat de Grote Markt betreft.
Daar ontwierp hij de „Gulden Boom” (of „Brouwershuis”), het Kleermakershuis bestaande uit „De Mol” en „De Gulden Boot” en het monumentale complex van het Hertogenhuis en vermoedelijk ook „De Engel”. Hij is ook de architect van het Vleeschhuis (1697) en herstelde de toren van de Sint Niklaaskerk. Zijn meest oorspronkelijk werk is echter de kerk der Miniemen (1700). De Bruyn is wellicht de belangrijkste meester van de voor-classicistische richting in de Vlaamse bouwkunst.
Daarvan zijn het Hertogenhuis en de kerk der Miniemen bijzonder goede voorbeelden.Lit.: Stan Leurs, De Groote Markt van Brussel.