Belgisch toneelspeler (Antwerpen 1882-1939), heeft als acteur, als leider van een rondreizend gezelschap, als spelleider en later directeur van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Antwerpen, en verder, door lezingen en als leraar, invloed uitgeoefend op het culturele leven in Vlaanderen en op de vorming van het jonge geslacht. Hij werd opgemerkt te Antwerpen en Brussel als acteur in werken van artistieke kwaliteit en trad gedurende enkele jaren op in Nederland o.a. bij Royaards, en nadien in het Volksgebouwtheater te Antwerpen.
Hij volgde dr J. O. de Gruyter, die op hem een beroep had gedaan als acteur en regisseur, op als directeur van de Kon. Nederl. Schouwburg te Antwerpen, behield het peil van de speeltroep, en bouwde het repertorium en de speelstijl uit volgens de geest van De Gruyter. Hij droeg zorg voor het Europees niveau van de Kon. Ned.
Schouwburg, maakte te Antwerpen de grote successtukken bekend, en beproefde ook Vlaams koloniaal toneel. Aan hem dankt men de buitengewone successen van de volksstukken van Jos. Janssen (De Wonderdoktoor, De Koning drinkt, Heidendorp). Tot zijn medewerkers behoorden de regisseurs Charles Gilhuys en Joris Diels. Hij heeft als directeur volhardend gestreden voor het theater in de periode van economische depressie, die een verval van de belangstelling voor de toneelspeelkunst meebracht.In 1935 verliet hij de directie van de Kon. Nederl. Schouwburg te Antwerpen en ondernam een rondreis in Zuid-Afrika aan het hoofd van een speeltroep. Terug te Antwerpen, overleed hij aldaar.
J. BOON
