Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Wilhelm jakob van bebber

betekenis & definitie

Duits meteoroloog (Grieth, bij Kleef io Juli 1841 -Altona 1 Sept. 1909), studeerde van 1864-1868 te Münster i. W. en te Bonn en promoveerde in 1871 in de filosofie te Jena.

Hij was aanvankelijk leraar en werd in 1875 rector van de Beierse „Realschule” te Weiszenburg a. S. In 1879 benoemd tot hoofd van de afdeling weertelegrafie, stormwaarschuwingen en kustmeteorologie bij de Deutsche Seewarte te Hamburg, kon Van Bebber zich voortaan geheel wijden aan de meteorologie en met name aan de leer van de weersverwachting, die aan hem belangrijke bijdragen dankt. In 1890 werd hij tot hoogleraar benoemd. Zijn belangrijkste werk ligt op het terrein van de systematiek der verschillende weertypen van Europa en in het bijzonder van de trekbewegingen van depressies.Bibi.: Die Regenverhältnisse Deutschlands (München 1877); Handbuch der ausübenden Witterungskunde (Stuttgart 18851886); Lehrbuch der Meteorologie (Stuttgart 1890); Die Wettervorhersage (Stuttgart 1891, 21898); Hauptwelterlagen Europas, in „Das Wetter”, jrg. 1897; Anleitung zur Aufstellung von Wettervorhersagen (Braunschweig 1902, 2igo8).

< >