bekend Duits sinoloog (Leningrad 17 Aug. 1855 - Halensee bij Berlijn 3 Juli 1908), studeerde eerst te Leningrad, daarna te Leipzig, waar hij in 1880 promoveerde. Van 1882-1883 was hij conservator aan het Aziatisch Museum der Keizerlijke academie van Wetenschappen te St Petersburg en daarna tot 1900 assistent aan het Museum van Volkenkunde te Berlijn.
In 1892 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar. In 1897-1898 maakte hij een studiereis naar China, waar hij zeer veel materiaal verzamelde, vooral op het gebied van Chinese folklore.Bibi.: Giljakischer Wörterverzeichnis nebst grammatischen Bemerkungen (1892); Die Sprache und Schrift der Jučen (1896); Pekinger Totengebräuche (1898); Zur Pekinger Volkskunde (1901); Geschichte der chinesischen Literatur (1902); Religion und Kultus der Chinesen (1910).
