noemt men de houten of metalen roede die door de wichelroedeloper wordt gehanteerd, bijv. bij het zoeken van onderaardse wateraders of delfstoffen. Doorgaans doet een gaffelvormig gesneden tak van een vlier- of hazelnotenboom dienst.
Houdt men de uiteinden van de gaffel in de hand en strekt men de tak horizontaal voor zich uit, dan buigt de roede zich naar beneden op de plaats waar het gezochte in de grond verborgen ligt. Dit verschijnsel was reeds bij de Grieken en Romeinen bekend (de staf van Hermes). Ook het Nibelungenlied kent de wichelroede.Het volksgeloof zag in de wichelroede bij uitstek het middel om verborgen schatten op te sporen; als bron van de mysterieuze krachten nam men wel invloed van de duivel aan. Deze situatie heeft zuiver wetenschappelijke belangstelling lang tegengehouden. Sedert de tweede helft der 19de eeuw heeft men echter het onderzoek der verschijnselen, die inderdaad van practisch nut zijn, op moderne wijze ter hand genomen. Een afdoende verklaring is echter nog niet gevonden. De wichelroedelopers schrijven veelal hun waarnemingen aan aardstralen toe, waarvan de aanwezigheid tot nu toe echter niet physisch is vastgesteld. Gebleken is dat vooral de persoon van de wichelroedeloper, en niet in de eerste plaats zijn instrument, voorwaarde is voor het zich manifesteren van de verschijnselen.
Het zou dan een bijzondere psychische begaafdheid zijn, die de wichelroedeloper als zodanig kenmerkt. Hij zou beschikken over een verfijnd (en door oefening opgevoerd) waarnemingsvermogen, dat hem in staat stelt, voor anderen niet waarneembare, moeilijk te omschrijven kentekenen van een terrein in zich op te nemen, waarop hij dan motorisch reageert door onwillekeurige spierbewegingen, die de roede zouden doen „uitslaan”. Deze theorie verklaart echter niet alle verschijnselen. Een andere (eventueel aanvullende) verklaring geeft de parapsychologie; volgens deze zouden de waarnemingen van de wichelroedeloper (geheel of gedeeltelijk) buitenzintuiglijk zijn, én zou hij deze omzetten in „impulsen” die hij op de wichelroede overbrengt.
In Duitsland bestaat een Reichsverband für das Wünschelrutenwesen dat sedert 1928 een Zeitschrift für Wünschelrutenforschung uitgeeft. In 1949 heeft de Nederlandse Studiever. voor „Psychical research” een wichelroedecommissie opgericht.
Lit.: L. Herold, Wünschelrute, in: H. Bachtold-Staubli, Handwörterb. d. dtschen Aberglaubens, IX (Berlin 1938/1941), kol. 823-839; G. von Klinckowstroem, Bibliographie d. Wünschelrute (München 1911); Idem en R. von Maltzahn, Handb. d. Wünschelrute (Berlin 1931); W. H.
C. Tenhaeff, Het wichelroedevraagstuk (’s-Gravenhage 1950, ook versch. in: Tdschr. voor parapsych., XVII, 1949, met uitgebr. lit.lijst).