dichterlijke wapenbeschrijving of persoonsaanduiding door middel van de blazoenering van hun familiewapen, bijv.:
Graaf Willem IV v. Holland voerde in de slag bij Stavoren (1345):
Van golde was syn wapencleyt,
met vier lewen gequarteleert,
Twe van zabel en twe van kele.
Dirk van Keppel voerde in de slag bij Woeringen (1288):
Des ridders baniere was root,
Drie witte mosschelen daerin.
Hertog Jan I v. Brabant en zijn verwanten in deze zelfde slag:
Al dat die hertoge hadde an
Wapenroc, helm ende brithieren
Dat hadde al teken van sine banieren
Als te rechte hebben soude:
Van sabele, metten leeuwe van goude.
Dit teken voerde hi algeheel.
Syn broeder daerop dat palesteel
Ende die bare syn oem bastaert.
In Amsterdam:
De Waelen de Saelen ende Ruysen
Zijn de oudste met kruysen.