was in de Middeleeuwen het hoofd van de herauten en bekleedde met zijn helpers een hoge rang aan het hof.
Hun taak bestond uit het houden van de zgn. jelmschouw” voorafgaande aan de aanvang van tournooien, en uit het onderzoek van de juistheid en rechtmatigheid van de wapens der deelnemers. Bij het verdwijnen van de steekspelen bleef hun werkzaamheid beperkt tot de controle en registratie van adeldom en der wapens door de vorst verleend. Ook treden zij op bij grote plechtigheden, zoals kroning en inhuldiging. Bij de verheffing van de Nederlanden tot koninkrijk werd dit ambt ook ingesteld, zij het dat de dragers alleen benoemd worden voor één bijzondere gelegenheid.
Lit.: E. F. van Berchem, Die Herolde und ihre Beziehungen zum Wappenwesen (Beiträge zur Geschichte der Heraldik, 1935) I A. R. Wagner, Heralds and Heraldry in the Middle Ages (i939)