(= levensmiddelenbroeders), zeerovers op de Oost- en de Noordzee, die begonnen waren levensmiddelen te smokkelen naar het door de Deense koningin Margaretha belegerde Stockholm (1389), maar die weldra allerlei piraterij bedreven. Hun voornaamste steunpunt was het eiland Gotland, vanwaar zij in 1398 door de Hanzeaten verdreven werden.
Nu begonnen zij de Noordzee onveilig te maken. Pas drie jaar later vernietigden Hamburgse „vredescepen” hun vloten bij de Eems en bij Helgoland. 150 Vitaliebroeders of „Likedelers” werden in Hamburg geëxecuteerd, onder wie de aanvoerders Godeke Michels en Klaas Stortebeker.Lit.: W. Koppmann, Der Seeräuber Klaus Stortebeker in Gesch. und Sage, in: Hansische Geschichtsblätter 1877 (1879); H. Gh. Cordzen, Beiträge zur Gesch. der Vitalienbrüder, diss. Halle (1907); A. von Gzibulka, K. Stortebeker und die Vitalienbrüder, in: Velhagen-und Klasings Monatshefte (1926); A.
Hans, KI. Stortebeker in der pommerschen Volksüberlieferung (1932).