Oostenrijks schilder en graficus (Wenen 24 Juni 1890 - Beaulieu bij Nice 25 Febr. 1951), studeerde na een opleiding aan de Weense academie verder in Italië, Frankrijk en Nederland, waar hij door tentoonstellingen in de jaren twintig goed bekend werd. Van 1930 af tot Wereldoorlog II was hij in Parijs gevestigd.
In 1941 ging hij naar de V.S., waar hij regelmatig exposeerde (San Francisco, Santa Barbara, San Diego, Los Angeles en van 1945 af New York). Zijn werk is ook in Nederlandse musea vertegenwoordigd. Hij schilderde, onder de invloed van Cézanne, portretten, figurale voorstellingen en stillevens, alsmede landschappen en zeestukken uit Zuid-Frankrijk. Zijn laatste levensjaren verbleef hij in Mamaroneck bij New York en hij stierf op een tocht door Europa, terwijl hij een tentoonstelling in Londen aan het voorbereiden was.Lit.: A. Roessler, Der Maler V. T. (Wien u. Leipzig 1924); G. Knuttel, in Maandbl.v. Beeld. Kunsten 6 (1929), blz. 1865-’92.