is een belasting welke in Nederland na Wereldoorlog II bij de wet van 19 Sept. 1946, Stbl. no G 264, is ingevoerd, om de extra-winsten, welke gedurende die oorlog mochten zijn gemaakt, af te romen. In beginsel werd de belasting geheven over het verschil tussen de waarde van het vermogen per 31 Dec. 1945 en die waarde per 1 Mei 1940.
Verschillende correcties — zoals voor tussen die beide peildata ontvangen erfenissen en schenkingen — waren daarbij vanzelfsprekend nodig. Het tarief bedroeg 90 pct van de vermogensaanwas, voor zover die op onoirbare wijze (samenwerking met de bezetter, zwarte handel) was verkregen en 50 pct van de overige vermogensaanwas. De opbrengst van deze belasting kan geraamd worden op rond ƒ 2 milliard.Soortgelijke belastingen kent men ook in andere landen; men geeft er echter gewoonlijk de voorkeur aan deze belasting van jaar tot jaar —- en dan alleen van bedrijfswinst — te heffen, door de gemaakte winst te vergelijken met de winst in vroegere jaren (reference years) gemaakt en alleen het meerdere met een extra belasting te treffen (overwinstbelasting, excess profits tax). Van deze aard was ook in Nederland de oorlogswinstbelasting (wet van 22 Juni 1916, Stbl. no 288).
MR A. J. VAN SOEST
Lit.: A. J. v. d. Tempel, Heffingen ineens t.w. vermogensaanwasbel. en vermogensheffing ineens (1946/’47, Vakstudie, dl XE).
