Vlaams architectengeslacht, waartoe behoren:
Laurens
(Antwerpen ca 1517 - Emden 1585), week na 1567 uit naar Emden, waar hij het stadhuis bouwde. Zijn zoon:
Hans, de Oude
(Antwerpen ca 1545 - Halmstad 10 Mei 1601), ging waarschijnlijk in 1578 naar Denemarken en werkte onder Antonis van Opbergen aan de bouw van het slot Kronborg te Helsingor. Waarschijnlijk bouwde hij mee aan Uraniënborg voor Tycho Brahe op het eiland Hven in de Sont. In 1582 werd hij koninklijk bouwmeester bij Frederik II en daarna bij Christiaan IV. Hem werden nu verschillende vestingwerken opgedragen. Waarschijnlijk maakte hij de plannen voor het slot Frederiksborg te Hilleröd.
Laurens
(Kopenhagen ca 1585 - vóór 9 Dec. 1619), oudste zoon van Hans de Oude, werkte samen met zijn broer, die volgt.
Hans, de jongere
(Kopenhagen 24 Juni 1587 - 6 Aug. 1639), ging met deze in 1602 naar Amsterdam, waar zij bij Hendrick de Keyser gewerkt hebben. In 1610 waren zij weer terug in Denemarken. In 1613 werd hun opgedragen de koninklijke grafkapel te Roskilde te bouwen en in 1619 de Beurs te Kopenhagen. Ook het ontwerp van de kerk te Christiansstad is van hen. In 1619, na de dood van Laurens, werd Hans koninklijk bouwmeester. Zijn voornaamste werkzaamheid was het voltooien van Frederiksborg. Verder bouwde hij het Valdemarslot te Taasinge en verbouwde Kronborg na de brand van 1629.
Lit.: D. F. Slothouwer, Bouwk. der Ned. Renaiss. in Denemarken, diss. Delft (1924).
