Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Uitwatering

betekenis & definitie

van een schip is de afstand, gemeten op het midden van de lengte, van het uitwateringsdek in de zijde tot de waterlijn tot welke het schip mag worden afgeladen. Het uitwateringsdek is het bovenste doorlopende dek tot waar het schip geheel gesloten is.

Is er in een dek een niet voldoende gesloten opening of zijn er beneden een dek openingen in de huid, dan is een daar onder gelegen dek het uitwateringsdek. Het doel van de uitwatering is beveiliging tegen te diep laden van het schip, hetgeen voor bemanning, schip en lading gevaar zou kunnen veroorzaken. De factoren, van invloed op de uitwatering, zijn in de eerste plaats de holte en de lengte; verder het deel van de lengte waarop een bovenbouw staat — welke bovenbouw, wat zijn afsluiting betreft, aan bepaalde voorwaarden moet voldoen —- de zeeg en de volheid van het schip. Voor een zelfde schip maakt het bovendien verschil, waar het vaart en in welk seizoen. Het grootste is de uitwatering in de winter in de Noordatlantische vaart; daarna komen achtereenvolgens de wintervaart in andere streken, de vaart in de zomer en de vaart in de tropen. Tankschepen mogen een kleinere uitwatering hebben dan andere schepen, omdat hun luiken klein zijn en beter gesloten en omdat de opvarenden over een boven het dek gelegen loopbrug van de ene bovenbouw naar de andere kunnen komen. Ook wordt een kleinere uitwatering toegestaan voor schepen, die hout als deklast vervoeren, omdat deze deklast — mits goed vastgesjord — het schip tegen overkomend water beveiligt en de stabiliteit bij grotere hellingen verhoogt.De uitwateringsvoorschriften zijn internationaal overeengekomen. Ten einde te kunnen waarnemen of een schip een te kleine uitwatering heeft, moet aan elke zijde van het schip het Plimsoll-merk worden aangebracht, waarop de toegestane diepgang voor de vier bovengenoemde toestanden en in zoet water zijn te zien.

< >