Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tweelingen

betekenis & definitie

(1; Gemelli, Geminï) zijn tweetallen kinderen, die zich gelijktijdig in de baarmoeder hebben ontwikkeld en kort na elkaar geboren zijn. Meestal, nl. in ongeveer 80 pct der gevallen, is de tweeling ontstaan uit twee eicellen, die vrijwel op een zelfde tijdstip uit de eierstokken zijn vrijgekomen en daarna bevrucht.

Men noemt deze tweelingen twee-eiig. De kinderen behoeven niet van hetzelfde geslacht te zijn en gelijken niet meer op elkaar dan onder broers en zusters van verschillende leeftijd het geval is. Eén-eiige tweelingen, die ongeveer 20 pct der tweelingen uitmaken, ontwikkelen zich hetzij uit één eicel met twee kernen, of doordat in de vroege aanleg de kiem zich in tweeën splitst en de delen zelfstandig tot een individu uitgroeien. De leden van een ééneiige tweeling gelijken in alle opzichten sterk op elkaar. Zij zijn van hetzelfde geslacht, hun lichaamsvorm en uiterlijk, hun lichamelijke en geestelijke vermogens, hun aanleg tot ziekten of ziekelijke afwijkingen vertonen een verregaande overeenkomst. Men noemt één-eiige tweelingen daarom ook identieke tweelingen.Tweelinggeboorten komen, afgezien van de abortief uitgestoten tweelingsvruchten, ongeveer eens op de 80-90 gevallen voor. Meerlingen, dit zijn meer dan twee gelijktijdig ontwikkelde vruchten, zijn veel zeldzamer. Drielingen komen 1 op 80(2) tot 90(2), vierlingen 1 op 80(3) tot 90(3) geboorten voor enz. Meerlingen kunnen, evenals één-eiige tweelingen ontstaan uit een meervoudig gesplitste vruchtaanleg. Er zijn ook drielingen bekend, ontstaan uit twee eieren, waarvan een tot één-eiige tweeling is ontwikkeld.

Geboorten bij de mens van 5, 6 en meer vruchten zijn met zekerheid bekend. Naarmate er meer individuen zich in de uterus moeten ontwikkelen, zal, gezien de beperkte ruimte en toevoer van bloed naar het orgaan, hun gewicht en levensvatbaarheid na de geboorte kleiner worden. Het is dan ook iets bijzonders, wanneer meerlingen in leven kunnen worden gehouden en flink opgroeien. Tweelingvruchten bereiken gewoonlijk niet het normale geboortegewicht. De geboortegewichten der beide kinderen kunnen onderling 200-300 g verschillen.

In de erfelijkheidsleer, en wel in dat onderdeel er van dat zich bezighoudt met het onderzoek van tweelingen, worden herhaaldelijk de termen concordant en discordant gebezigd. Hebben de tweelingen, die tot één paar behoren, beide een bepaalde eigenschap, bijv. bruine ogen, dan is dit paar ten aanzien van deze eigenschap concordant. Heeft een der tweelingen echter blauwe ogen en de andere bruine, dan is het paar ten opzichte van de oogkleur discordant. Oorspronkelijk zijn deze termen in gelijke betekenis door V. Haecker gebruikt voor een ouderpaar, maar H. W. Siemens heeft ze overgebracht naar het terrein van de erfelijkheidsleer der tweelingen.

(2, sterrenkunde) is een der sterrenbeelden van de Dierenriem. Het ontleent zijn naam aan de twee helderste sterren, die op geringe afstand van elkaar staan. Deze hebben een helderheid van de tweede grootte-klasse. Reeds in oude tijden zag de volksverbeelding in deze twee sterren Castor en Pollux, de tweeling-zonen van Zeus en Leda. Men kan het sterrenbeeld aan de winteravondhemel links boven Orion vinden (z sterrenbeelden).

(3, kristallografie) zijn wetmatige vergroeiingen van twee kristalindividuen. De beide kristallen zijn steeds van dezelfde soort en zijn óf elkaars spiegelbeeld, óf ten opzichte van elkaar 1800 om een as gedraaid, óf beide eigenschappen treden gelijktijdig op. Het tweelingsvlak (= spiegelvlak) en de tweelingsas zijn symmetrie-elementen, die niet reeds voorhanden zijn aan het enkelvoudige kristal. Tweelingen kunnen tegen elkaar aangegroeid zijn (aanrakingstweelingen) of door elkaar heen (doorkruisings- en doordringingstweelingen). In sommige gevallen vergroeien meer dan twee kristalindividuen volgens een bepaalde wet met elkaar. Men spreekt dan van drielingen, veellingen.

< >