Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Troebetskoj

betekenis & definitie

Russisch vorstengeslacht, waarvan de leden tot 1546 onafhankelijke vorsten van een deel van Litauen waren. Onder de vorsten Troebetskoj van de moderne tijd moeten genoemd worden:

Jewgeni Nikolajewitsj

Russisch filosoof en politicus (Achtyrka 1863 - Novorossijskeind 1920), was een broer van de volgende, van 1894-1906 hoogleraar in Kiew, daarna te Moskou. Als filosoof was hij Neo-Kantiaan en als politicus van 19071917 leider van de „Partij der vreedzame vernieuwing”.

Bibl.: De wereldbeschouwing v. Solowjew, 2 dln (1914); Die religiöse Weltanschauung der altruss. Ikonenmalerei (Paderfcorn 1927, Russ. origin. 1916); De zin v. h. leven (1918).

Grigori Nikolajewitsj

Russisch diplomaat (Achtyrka, gouvernement Moskou, 26 Sept. 1873 Clamart, bij Parijs, 6 Jan. 1930), was in het begin van Wereldoorlog I Russisch gezant in Servië en streed in de burgeroorlog van 1919-1920 aan de zijde der Witten.

Nicolaj Sergejewitsj

Russisch taalgeleerde (Moskou 16 Apr. 1890-Wenen 25 Juni 1938), zoon van Sergej Nikolajewitsj, maakte reeds op 13-jarige leeftijd een begin met de studie van de Fins-Oegrische volken en hun talen en van de Kaukasus talen.

In 1915 werd hij privaat-docent in de vergelijkende taalwetenschap te Moskou. Gevlucht voor de revolutie, werd hij in 1918 hoogleraar in de Slavische talen in Rostov. Na zijn vlucht uit deze stad, waarbij zijn manuscript Vorgeschichte der slavischen Sprachen verloren ging, doceerde hij te Sofia vergelijkende taalwetenschap. In 1922 werd hij hoogleraar in de Slavische philologie te Wenen. Hij zette toen een nieuwe bewerking van de Vorgeschichte op, waarvan onderdelen in tijdschriften voor Slavistiek verschenen zijn. Hij beschouwde de Slavische talen in hun oudste periode als afzonderlijke dialecten in het Oerslavisch, verwierp de stamboomtheorie en aanvaardde de golftheorie (z taal).Ook de poëtiek had zijn belangstelling.

Aanvankelijk historisch georiënteerd, kwam hij van de gebruikelijke naturalistische behandeling van de klankgeschiedenis tot de teleologische, waarbij hij zich op het standpunt stelde, dat de klankveranderingen samenhingen met de structuur van het hele klanksysteem van een taal. Daardoor is hij de grondlegger geworden van de structurele taalwetenschap.

Bibl.: Theorie der phonologischen Vokalsysteme (Trav. d. Cercle Lingu. de Prague, I, 1929); Anleitung zur phonologischen Beschreibungen (1935); Das Konsonantenverzeichnis der ostkaukasischen Sprachen (Caucasica, VIII); Die Morphologie des Russischen (T.C.L.P. V); Grundzüge der Phonologie (T.C.L.P. VII; door Cantineau als Principes de Phonologie (1949) in het Fr. vert. Bibliogr. in dl VIII van de T.C.L.P. (1939).

Lit.: R. Jakobson, in: Acta Linguistica I (Kobenhavn 1939); Etudes phonologiques dédiées k la mém. de M. Ie prince N. S. T. Prague 1939, T. C. L. P. VIII).

Sergej Nikolajewitsj

Russisch filosoof en politicus (Achtyrka 4 Aug. 1862 - Moskou 12 Oct. 1905), was sedert 1900 hoogleraar te Moskou. Als filosoof was hij Neo-Kantiaan en als politicus liberaal. Hij was leider van de afgevaardigden, die de provinciale stendenvertegenwoordigingen, de Zemstwo’s, op 19 Juni 1905 naar tsaar Nikolaas II te Peterhof zonden.

Bibl.: De metaphysica in het oude Griekenland (1889); De leer v. d. logos (1900); Verz. werken, 4 dln (1911-’14).

Sergej Petrowitsj

leidende figuur in de beweging der Decabristen (9 Sept. 1790 - Moskou 4 Dec. 1860), werd na de mislukte staatsgreep van 1825 verbannen tot 1856. Zijn memoires zijn door Herzen in 1863 gepubliceerd.

< >