Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Toledo

betekenis & definitie

(1), Spaanse stad met (1950) 34 600 inw., hoofdstad van de gelijknamige prov., zetel van de primaat van Spanje, gelegen op 528 m hoogte op een heuvel, die aan drie zijden door een bocht van de Taag wordt omspoeld, is door een spoorlijn verbonden met Madrid en Castillejo.

In het centrum heeft de middeleeuwse stad een zeer schilderachtig aanzien. Hier is het belangrijkste punt de Plaza de Zodovocer, beroemd in de Spaanse literatuur. Op de Plaza de la República verheft zich, op de plaats van een oudere, de kathedraal, gebouwd in zuiver Frans-Gothische stijl. De kerk vertoont aan de zuidzijde een fraai traliehek, vervaardigd door Annequin de Egas en is versierd met portalen met fraai beeldhouwwerk. Inwendig zijn er 22 kapellen in de mudéjar, Gothische, platereske en Churiguerra-stijl en gebrandschilderde ramen, vervaardigd door Jacob van Utrecht, Albert van Holland e.a., benevens een „transparente” (doorschijnend gekleurd glas in het middelste koorvenster) uit de 18de eeuw. De Santa Maria de Blanca, de vroegere synagoge (13de eeuw), sedert 1405 Christelijke kerk, is gebouwd in de mudéjar-stijl, in haar decoratie geheel wit met goud (vandaar haar naam). De San Juan de los Reyes is in opdracht van de Katholieke koningen door de Vlaming Juan Guas als kloosterkerk in de zgn. Isabella- of floridastijl gebouwd (1476). In de Santo Tomé wordt het belangrijkste schilderstuk van El Greco bewaard, „De begrafenis van de hertog van Orgaz”. Het Alcézar dateert oorspronkelijk voor het grootste gedeelte uit de eerste helft der 16de eeuw, werd echter herhaaldelijk door brand geteisterd, opgeblazen tijdens de Spaanse Burgeroorlog en telkenmale gerestaureerd. Als bezienswaardigheid dient genoemd te worden het huis van Greco, met een grote collectie schilderijen van deze meester.

De stad heeft een staatswapenfabriek en andere industrie o.a.: zijden, gouden en zilveren artikelen. Zij bezit o.m. een kunstacademie, een kunstnijverheidsschool en verschillende musea. De in 1498 gestichte hogeschool is in 1843 opgeheven. In de omgeving van de stad liggen de beroemde olijven-, pruimen- en abrikozen tuinen (cigarrales).

Lit.: E. Lambert, T. (Paris 1925); A. Cantos, T. (1927); M. Gómez-Morena, Ornamentación mudéjar toledana (Madrid 1925); M. González-Simancas, T., sus monumentos y el arte omamental (Madrid 1929); E. Torno y Mongo, T.: tesoro y museos, 2 dln (1932).

(2), plaats van (1950) 303620 inw. (Groot Toledo 392 630 inw.) in Lucas County in de Amerikaanse staat Ohio, ligt aan de westpunt van het Erie-meer aan de monding van de bevaarbare Maumee River. Toledo is een industriestad; de voornaamste producten zijn glas en glaswaren, weegschalen, auto’s en auto-onderdelen. Het havenverkeer stond in 1948, met ca 30 millioen ton, aan de Grote Meren slechts bij Duluth ten achter. Men verscheept vnl. steenkool, die via talrijke spoorlijnen uit West-Virginië, O.-Kentucky en Z.O.-Ohio wordt aangevoerd. De stad is op twee na het belangrijkste spoorwegcentrum der V.S. Voorts vindt men talrijke werven, opslagplaatsen en enkele petroleumraffinaderijen.

Van de bevolking bestaat ca 35 pct uit vreemdelingen; 1/8 hiervan zijn Duitsers, voorts zijn er veel Polen, Canadezen, Hongaren, Engelsen en Ieren. Het aantal negers bedraagt ca 15 000. De gemeentelijke universiteit heeft (1950) 6829 studenten en 299 docenten. Vermeldenswaard zijn de dierentuin en het Toledo Museum of Arts. De stad heet naar Toledo in Spanje, en is gegroeid rondom het in 1794 opgerichte Fort Industry.

Lit.: W. P. A. (Guide Series), The Ohio Guide (New York 1940).

< >