(Hongaars: Temesvár), stad in het W. van Roemenië, aan de ten dele gekanaliseerde Bega, een zijrivier van de Donau, telt (1945) 108 300 inw. Het is een sterke vesting met talrijke historische gebouwen (een kathedraal en het kasteel van Johan Hunyades), is de zetel van een Rooms- en Grieks-Katholieke aartsbisschop en heeft sinds 1945 een universiteit.
De industrie vervaardigt textiel, bier, chemicaliën en leerwerk.In 1212 wordt Temesvár als Hongaarse burcht het eerst genoemd en in 1242 door Mongolen verwoest. Van 1552-1716 is de stad Turks en daarna de hoofdplaats van het Banaat. In 1781 wordt Temesvár een Hongaarse vrije stad. Van 25 Apr. - 9 Aug. 1849 werd de stad door revolutionnaire Hongaarse troepen belegerd. In 1892 werden de vestingwerken geslecht. Het verdrag van Trianon (1921) bracht Temesvár in Roemeens bezit, de naam werd toen Timisoara.
