Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Thor

betekenis & definitie

is de naam van een der Oudnoorse hoofdgoden, beantwoordend aan de Donar der West-Germanen. Hij is het toonbeeld van mannelijke kracht, wordt voorgesteld met rode baard en voert een hamer als wapen.

Zijn woning heet Bilskirnir, Thrudheimr of Thrudvangr. Hij heeft verschillende bijnamen, waaronder van belang is Véorr, daar dit woord samenhangt met Wigithonar, dat op de runeninscriptie van de spang van Nordendorf staat en dus van algemeen Germaanse oorsprong zal zijn. Het aan hem gewijde dier is de bok. Hij wordt gewoonlijk begeleid door een in snelheid uitmuntende dienaar, die Thjalfi heet; soms treedt Loki in diens plaats. Thor’s vrouw heet Sif.Buitengewoon talrijk zijn de mythen, waarin Thor optreedt, maar zij hebben gewoonlijk hetzelfde motief tot onderwerp: de strijd met de reuzen. Steeds is deze god bereid de wereld der goden en mensen tegen de daemonische machten te beveiligen; in de mythen is hij er op uit getrokken om te vechten of komt van een dergelijke tocht terug. Dit laatste is vaak het geval, als de andere goden in moeilijkheden geraakt zijn, doordat zij vrede gezworen hebben aan een reus, die daarvan misbruik maakt; dan blijkt Thor buiten de eden te staan en dus de daemon te kunnen aanvallen. Verhalen van deze aard lenen zich gemakkelijk tot het opnemen van sprookjesmotieven.

Er zijn bewijzen te over, dat Thor grote verering genoot. Volgens het verhaal van Adam van Bremen stond in de tempel van Upsala zijn beeld in het midden tussen die van Odin en Freyr; in de tempel van Trondhjem was hij afgebeeld met zijn door bokken getrokken wagen. Hij werd afgebeeld op de hoofdzuilen van de feesthal, stevens van schepen en stoelleuningen; men droeg zelfs een beeldje van hem bij zich. Niet minder groot was zijn verering bij de Vikingen die zich buiten Scandinavië hadden gevestigd; wij hebben daarover berichten uit Normandië, Ierland en Rusland. Hij werd door de Lappen overgenomen, die hem vereerden onder de naam Horagalles (een verbastering van Thor Karl). De bok werd hem geofferd, de lijsterbes was hem gewijd. Verschillende adellijke geslachten beschouwden hem als hun stamvader, zoals andere op Odin beweerden terug te gaan. Verrassend talrijk zijn de plaatsnamen, die getuigen van een hem gewijde cultus, zoals de Noorse namen Torsvin, Torsland of de Zweedse Torsaker en Torslund. Deze wijzen er bovendien op, dat deze cultus op zijn minst tot het begin van onze jaartelling teruggaat. Maar in de Vikingtijd wordt hij bijzonder sterk vereerd.

In oorsprong was Thor de dondergod, zich kenmerkend door geweldige kracht en door zijn voortdurende strijd met de daemonen; hij is in dit opzicht geheel met de Indische Indra te vergelijken en stemt met deze overeen tot in kleine details, zoals zijn buitenmatige drink- en eetlust. Stellig mogen wij een Indogermaanse godheid als grondslag van beide aannemen. Zijn wapen is Mjöllnir, de alles verpletterende hamer, die, na een worp, naar zijn uitgangspunt terugkeerde, en waarmee de bliksemstraal bedoeld zal zijn geweest; de naam betekent hetzy „verbrijzelaar”, hetzij „de sneeuwwitte”. Kleine amuletten in de vorm van een hamer bewijzen, dat ook dit symbool vereerd werd. Ook het Swastika teken werd met hem in verband gebracht; dit zonnesymbool hoort ook in andere godsdiensten bij de dondergod. Maar in het Noordgermaanse geloof van de Vikingtijd was Thor geworden tot de machtige beschermer van het mensenleven: hij gaf de boeren een goed gewas, de schipper gunstige vaarwind, de visser overvloedige vangst. Hij is de waarachtige vriend der mensen, op wie zij bouwen in alle moeilijkheden van het leven. Zijn strijd met de daemonen is een voortdurende verdediging van de wereld der mensen tegen de machten der duisternis. Bovendien kunnen wij vaststellen, dat hij ook in geestelijke zaken een meester is; immers hij wijdt de runenstenen en in een wijsheidskamp met een dwerg toont hij zich de meerdere.

Lit.: J. de Vries, Altgerm. Religionsgesch. (dl II, Berlin 1937).

< >