Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Thomas HARDY

betekenis & definitie

Engels dichter en romanschrijver (Upper Bockhampton 2 Juni 1840 - Dorchester 11 Jan. 1928), begon in 1859 zijn eerste verzen en essays te schrijven, maar interesseerde zich spoedig meer voor architectuur. Na een tijdlang tussen architectuur en literatuur geaarzeld te hebben, besloot hij zich aan het laatste te wijden na de publicatie van zijn eerste korte verhaal in 1865 en mede op aandringen van George Meredith.

Zijn gehele verdere vruchtbare leven bracht hij door in het dorpje Dorchester (Wessex), dat dan ook het décor werd voor bijna al zijn romans, van Desperate Remedies (1871) af* tot aan The wellbeloved (1897). Er zijn twee hoogtepunten in zijn proza: Under the greenwood tree (1872) en The return of the native (1878) ; waar het eerste boek echter nog de vrede van het Arcadië ademt, bezit het tweede de sombere, diep pessimistische toon die bijna al zijn andere werk beheerst. Vóór alles bezorgd om de diepste beginselen van het leven, de sexe en de natuur, omhult Hardy zijn vele, knap getekende figuren met een vaak overweldigende melancholie die overslaat in misère. De vrouw speelt in zijn donker getinte visie op het leven een alles beheersende rol en hij verdedigt haar beslissende invloed op de loop der incidenten in zijn melodrama’s met een prachtig vuur. Behalve de twee genoemde hoogtepunten zijn Tess of the D'Urbervilles (1891) en Jude the obscure ( 1894) de meesterlijkste voorbeelden van zijn romankunst. Met de eeuwwende legde Hardy zich meer en meer toe op de poëzie, en van 1909 af schreef hij zelfs nog enkel lyrische gedichten, die voor het merendeel op een zelfde zeer hoog plan staan als zijn romans.

Het epische drama The dynasts (1903-1906-1908), dat het aandeel van Engeland in de oorlogen tegen Napoleon wil beschrijven, is om de geweldige visies die er in ontwikkeld zijn wel het meest indrukwekkende van zijn gedichten. In 1919 verschenen zijn Collected Poems, maar deze zijn niet volledig, en misschien publiceerde Hardy juist in de na zijn dood verschenen Winter words de beste en ontroerendste van zijn lyrische verzen. Met hem ging de laatste grote van het Victoriaanse tijdperk heen. Zijn invloed op de jongere Engelse dichtergeneratie van het ogenblik is niet te onderschatten; vooral de oorspronkelijkheid van zijn techniek maakt meer en meer indruk. Hardy’s as rust in de Westminster Abbey; zijn hart is begraven op het kerkhof in Dorchester.

MICHEL VAN DER PLAS

Bibl.: proza: A Pair of Blue Eyes (1873); Far from the Madding Crowd (1874); The Land of Ethelberta (1876); The Trumpet Major (1880); The Laodicean (1881); Two on a Tower (1882); The Mayor of Casterbridge (1886); The Woodlanders (1887); Wessex Tales (1888); A Group of Noble Dames (1891); Life’s Little Ironies (1894); The Well-beloved (1897); A Changed Man (1913); Memoirs (1928). Poëzie: Wessex Poems (1898); Satires of Circumstance (1914); Moments of Vision (1917); Late Lyrics and Earlier (1922); Human Shows (1925); Far Phantasies (1925).

Lit.: F. A. Hedgcock, Th. H., penseur et artiste (Paris 1911); L. Abercrombie, Th. H., a Critical Study (London 1912) ;Th.

G. Ehrsam, Bibliographic of Twelve Victorian Authors (New York 1936); David Cecil, Hardy the Novelist (1943); Lionel Johnson, The Art of Th. H. (1894, herdr. 1923); Arthur S. the Dowall, Th. H., a Critical Study (1931); C. J. Weber, Hardy of Wessex, his Life and Literary Career (Columbia 1940); C.

M. Bowra, The Lyrical Poetry of Th. H. (1946); J. G. Southwork, The Poetry of Th. H. (1947); A.

J. Guerard, Th. H., The Novels and Stories (1950).

< >