Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Theodor AUFRECHT

betekenis & definitie

Duits beoefenaar der Oudindische talen en der vergelijkende taalwetenschap (Leschnitz, Opper-Silezië 7 Jan. 1822 - Bonn 4 Apr. 1907), studeerde te Berlijn onder Bopp, Boeckh en Lachmann, promoveerde in 1847 te Halle en vestigde zich in 1850 als privaatdocent te Berlijn, waar hij o.a. colleges hield over Sanskrit. In 1852 vertrok hij naar Oxford, waar hij een aanstelling bij de Bodleiaanse bibliotheek ontving en de Catalogus codicum sanscritorum postvedicorum bibliothecae Bodleianae Oxoniensis (1864) opstelde.

Sedert 1862 was hij werkzaam als hoogleraar in de vergelijkende taalkunde en het Sanskrit te Edinburgh. Van 1875 af doceerde hij dezelfde vakken te Bonn, waarna hij in 1889 dit ambt neerlegde.Bibl.: Die umbrischen Sprachdenkmäler, 2 dln (1849-1851); Die Hymnen der Rigveda, 2de uitg. (1877); Das Aitareya-Brāhmana (1879); Catalogus catalogorum, an alphabetical register of Sanskrit works and authors (Leipzig 1891-1903), 3 dln. Verder redigeerde hij sinds 1851 het „Zeitschrift für Vergleichende Sprachforschung”.

Lit.: A. Ballini, in: Rivista di Studi Orientali (1906); H. Jacobi, in: Biograph. Jahrb., XII.

< >