betekent: plaats tot het bewaren en verzorgen van landdieren. In Roszmäszier, die in 1856 de stoot gaf tot het houden van aquaria, moet men ook degene zien, die het terrarium propageerde.
Dit was meer een terra-aquarium, ingericht tot het houden van kikkers, salamanders en schildpadden. Het was in de regel rond of meerhoekig en had in het midden een rotsformatie, waaromheen water.Als eigenlijke voorloper van het terrarium moeten wij het weerglas beschouwen. Dit bestond uit een stopfles waarin een laagje water en een laddertje. Deze diende tot verblijf van een boomkikker. Hoe hoger het arme diertje op het laddertje klom, hoe mooier het weer werd.
Thans verstaan we onder een terrarium het in een kleine ruimte samenbrengen van vertegenwoordigers uit het planten- en dierenrijk tot een natuurlijk geheel. Fischer formuleert het aldus: het terrarium is een kleine, met dieren bevolkte broeikas, waarin planten op de tweede plaats komen.
We spreken thans van vivarium, en het zich hiermede bezighouden is de vivatiek. Hierbij wordt dan weer onderscheid gemaakt in aquatiek en terratiek.
Naarmate een terrarium —• afgezien van de vorm — alleen land of land en water bevat, spreken we van een terrarium, aqua-terrarium of terra-aquarium. Bij het aqua-terrarium overweegt het water, bij het terra-aquarium het land. Deze beide vormen stellen de overgang van aquarium naar terrarium voor.
We verdelen de terraria in:
a. Droge terraria. Hier ontbreekt het water of is tot een kleine hoeveelheid (drinkplaats) beperkt. De bodemvulling is droog, evenals de atmosfeer. Het zuiverste type zijn het woestijn- en steppe-terrarium.
b. Vochtige terraria. Kleiner of groter waterbassin aanwezig of ontbrekend. Bodemvulling en atmosfeer vochtig. Bos-terrarium of moeras-terrarium.
c. Een aqua-terrarium, dat een oeverlandschap voorstelt, heet riparium. Als het water hierbij het landdeel insluit, spreken we van een insularium. Is het land door een poreuze wand van het water gescheiden dan noemen we dit een communiserend terrarium.
Een tweede indeling berust op het in tuin of op balkon aangebrachte openlucht-terrarium (vrij open-land terrarium) en het in besloten ruimte verzorgde terrarium. Deze laatste kunnen we weer onderverdelen in:
1. onverwarmde terraria (temperatuur 12-18 gr. G.);
2. matig warme terraria (temperatuur 20-24 gr. C.);
3. warme terraria (temperatuur ca 30 gr. C.). Deze verdeling voert vanzelfsprekend tot verwarmbare en niet-verwarmbare terraria.
Naar de inhoud is een terrarium met een inhoud van 1/8 m2 klein, met een inhoud van 1/8 - ½ m2 middelgroot en hier boven groot.
K. WERNER
Lit.: H. J. Kuyper en H. v. d. Noort, Handboek voor aquarium- en t.kunde (Amsterdam 1935); J. V. A. Kroon en J. G. Th. v. Nes, Het Ned. terra-aquarium (Hilversum 1937); G. F. M. Schutte, Aquarium- en t.dieren (Utrecht 1943); F. Morren, Het t. (Brussel 1945); K. Werner, Het kamer-t. (Oisterwijk 1949).
