(pseud. van T. Wysewski), Frans schrijver (Zwaniec, tegenwoordig Oekraïne, 30 Aug. 1862 - Parijs 8 Apr. 1917), was de zoon van een Pools dokter, maar kwam al heel jong naar Frankrijk.
In 1881 werd hij leraar te Châtellerault. Hij debuteerde met populair-wetenschappelijke werken over de Europese schilderkunst en over het socialisme.Met zijn Contes chrétiens (1892) en zijn roman Valbert, ou les récits d'un jeune homme (1893) speelde hij een rol in de mystieke, anti intellectualistische beweging van de jaren 90. Hiermede in verband staat ook zijn ijveren voor de Russische literatuur en zijn vertalen van de romans van Tolstoj en Joergensen. Hij was propagandist voor de muziek van Wagner en, met Edouard Dujardin, oprichter van de Revue Wagnérienne (1885), terwijl zijn liefde voor de muziek ook spreekt uit zijn studies over Mozart.
Zijn grote talenkennis maakte hem bij uitstek geschikt als medewerker aan de Revue des Deux Mondes voor buitenlandse literatuur. In 1886 begon hij een nieuwe serie van de Revue indépendante.
DR R. WIARDA
Bibl. : Les grands peintres des Flandres et de la Hollande (1889), etc. ; Le Mouvement socialiste en Europe. Les hommes et les idées (1892) ; Nos Maîtres (1895) ; Ecrivains étrangers (1890-’99, 3 vol.) ; Le roman contemporain à l’étranger (1900) ; Le Cahier rouge ou les deux conversions d’Etienne Brichet (1917); Mozart (1937-39, 4 vol., met G. de Saint-Foix).
Lit.: H. Bordeaux, T. de W. (Paris 1899); R. Doumic, T. de W., in de Revue des Deux Mondes (1917), p. 342-365.