of temperaverven zijn, in tegenstelling tot olieverven, alle droge verfstoffen, vermengd met lijm of emulsie-oplossingen als bindmiddel in plaats van vette oliën. Voor lijm als bindmiddel wordt meestal caseïne gebruikt, dat in fijne poedervorm in water of afgeroomde melk wordt opgelost.
Voor „emulsie” als bindmiddel neemt men met water verdunde eierdooier of combinaties van ei, vernissen en water of, zoals in Italië, vijgensap. Deze verven worden het beste op „magere”, dus geen olie bevattende gronden aangewend, als krijt- of gipsgronden of op papier. De kleuren drogen dof op en binden na verloop van tijd goed af. Zij kunnen daarna voorzien worden van een beschermende waslaag.Lit.: Theophilus Presbyter, Schedula Diversarium Artium, uitg. W. Theobald (Berlin 1933); Gennino Cennini, Handbüchlein d. Kunst (ca 1400, uitg. W. Verkade, Strassburg 1916); Max Doerner, Malmaterial u. s. Verwendung im Bilde (Stuttgart i94i);Willem van den Berg, Over materiaal voor tempera en olieverfschilderen (Alkmaar 1949).